f f Twee doeken apart Het is ook bijna onmenselijk een beeldend kunstenaar te vragen naar de ontwikkeling van zijn werk. Kijk maar. en schrijf op wat je ziet, zou een goed antwoord zijn. Maar dit is een interview, geen kunstbeschouwing. 'Het is niet echt een systeem', herneemt Ben Sleeuwenhoek zijn uiteenzetting. 'Ik maak niet steeds donker na licht, maar soms ook eerst donker en dan licht. Ik varieer ook in formaat tussen donker en licht. Soms schilder ik een doek alsof het overbelicht is: zo licht dat je bijna niet meer ziet wat erop staat. Dat licht en donker kenmerkt een zekere ambivalentie. Het is niet zo dat ik niet lean kiezen, maar ik kijk gewoon graag naar beide zijden. De structuur, die weer vervalt in chaos.' Na een stilte, vervolgt Ben: 'Dan ontwikkelt zich weer iets anders. Thema's gaan een aantal schil derijen mee. Ik maak nu ook niet meer steeds duo's.' Later, in zijn atelier, toont hij een schilderij van een kralengordijn voor een lichte bakstenen muur. Stream stream heet het doek uit 1993. 'Het donkere doek heeft het Zeeuws Museum aangekocht', zegt Ben. Ze komen dus weer samen in De Beyerd in Breda. Vind je dat niet jammer, dat ze een apart leven leiden doorgaans? De tranen van Heraclitus 1987, olieverf op doek 90 x 70 cm. Instituut Collectie Nederland. 'Ja, maar ik lean toch moeilijk mensen verplichten meteen twee schilderijen te kopen', zegt hij bijna ver legen. 'Ze horen wel bij elkaar, maar het zijn toch twee aparte doeken'. Goed zichtbaar staat ook Projectie uit 1990 in het atelier: een groot doek van 160 x 300 cm. De achter grond is hemelsblauw, bijna wolkig geschilderd. Heel dun is de verf aangebracht op het doek. Er zijn bloemen op geschilderd, alsof het een behangetje is. Rechts van het midden zijn er vier cirkels in geplaatst: de twee bovenste geel, groen, rood, de twee onderste zwart. Het bloemenpatroon wijkt iets af rechts: de bloemen staan net iets dichter bij elkaar. 'Het zijn projecties van mij op iets dat als muur fungeert', zegt Ben simpel weg. 'Muren, een behang, waarop beelden verschijnen, voorbij komen, die het innerlijk tonen aan de buiten wereld.' Ook van dit schilderij is een donkere variant. De vier cirkels zijn nu in het midden geplaatst, de twee bovenste zijn roze, lila en lichtgroen gekleurd, de onderste twee blijven zwart maar zijn nu nauwelijks zichtbaar. Het bloemenpatroon wringt aan de rechter kant. Het doek heeft een afwijkende maat ten opzich te van de lichte variant. Ook van dit stel is er één ver kocht. De tranen wan Heraclitus 1988, olieverf op doek 90 x 70 cm. Particuliere collectie 23 Zeeuws Tijdschrift 2001/2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 25