riü Vrije en Vrijerstijd in Cadzand-Bad (I) T% ;jOZAND-BAD: BESTEMMING DER GRONDEN -.v= Wanneer ik aan vrije tijd denk gaan mijn gedachten altijd uit naar de eeuwig durende zomervakanties van mijn jeugd die ik in Cadzand-Bad doorbracht. Het kwam goed uit dat mijn vader rond i960 han delde in campingspullen en wel van de Rotterdamse firma Brusan. De campinghandel toen was wat tot voor kort de dot com business was. Ik meende me te herinneren dat hij ooit samen met die firma plannen had voor de bouw van een bungalowpark annex kampeerterrein in datzelfde Cadzand-Bad. Ik dacht zelfs dat er een complete bouwtekening in ons archief zat. Dat het geheugen dikwijls een loop je met de feitelijkheid neemt bleek, maar toch vond ik twee brieven die bewezen dat mijn geheugen niet geheel en al uit fantasie bestaat. fli i i bebossing bö 'ik planologische wenst BEBOS SISO cafe' s Paul van der Velde Bij deze bevestig ik het aangename onderhoud, hetwelk wij op 1 september j.l. hadden. Zoals door mij aan U is uitgelegd, bestaat het voornemen, om zo wij op uw medewerking kunnen rekenen, een onderneming te stichten, welke tot doel heeft de aanleg van een terrein te bebouwen met bungalows en tevens daarnaast een plaats voor een camping met caravans en een met ten ten, terwijl het geheel met elkaar in overeenstemming zou moeten zijn. Daar de plannen van dien aard zijn, dat reeds in i960 het geheel gereed zou moeten zijn, wordt het ten zeerste op prijs gesteld, zo wij ten spoe digste een bespreking met U zouden kunnen hebben. Zo het U gelegen komt, zouden wij dit onderhoud kunnen vastellen op 28 september a.s.'1 Dat schreef mijn vader naar aanleiding van zijn ontmoeting met J.A. Leenhouts de burgemeester van Cadzand. Uit diens schrijven bleek dat het idee van mijn vader nog niet geheel uitvoerbaar was en hij deelde mee: zowel in de gemeente Retranchement als in de gemeente Cadzand is het ontwerp-uitbreidingsplan in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Het komt me voor, dat zolang deze plannen nog geen vas tere vorm hebben verkregen, het niet nuttig is omtrent de uitvoering van deze plannen in dit stadium nader te overleggen.'2 Meer vond ik niet, dus vestigde zich mijn hoop op het gemeentearchief van Oostburg, waar het volledig geïnventariseerde archief van de voorma lige gemeente Cadzand zich sinds de herindeling van 1970 bevindt. Er bleken drie dossiers over uitbreidingsplannen van Cadzand-Bad aanwezig te zijn. Het eerste ging over het plan voor een Strandschap van de Zeeuwse gedeputeerde C. Hamelink uit 1948. Het voorzag in een publiekrechterlijk orgaan (zoals het Waterschap) dat de kuststrook van Retranchement tot Breskens in beheer en exploitatie zou krijgen. Deze vorm van bovengemeentelijke regie bleek zijn tijd te ver vooruit en werd helaas door kortzichtige bestuurders van de betrokken gemeenten verworpen.3 Het Strandschap had een visie kunnen ontwikkelen die nu ontbreekt omdat belangenafwegingen alleen op locaal niveau plaatshadden. Het tweede dossier handelde over de uitbreiding van Cadzand-Bad sec. Al vanaf 1948 stond de gemeen te met de architect F.M. Klokke, die verantwoordelijk was voor de wederopbouw in het westen van Zeeuws- Vlaanderen, in contact over een uitbreidingsplan. Klokke was kennelijk meer gericht op het herstel van 29 Zeeuws Tijdschrift 2001/2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 31