Signalementen
J.C. van Schagen, Zeeuwse
Reflexen (met tekeningen
van Jan Heyse)
Een boekje dat ilc met moei
te op de kop heb getikt en
dat mijn verzameling van
Van Schagen bijna compleet
maakt. Onvergetelijk in het
boek is het verhaal 'Van de
Geerse's', Van Schagens
karakterschets van de
Zeeuw. Met de pet in de
hand voor het bureau van
meneer. En als er ergens een lamp te vinden is, loopt
Geerse er gegarandeerd tegenaan. Zeeuwse litera
tuur op zijn best, vind ik.
André van der Veeke, Het sacrament van de sneeuw
Deze bundel vroege gedichten van de Terneuzense
dichter ontroert me enorm. Het zijn transparante
gedichten over De Schelde, het voorjaar en het leven.
Van der Veeke gebruikt zinnen als: 'in een hoek van
de kamer verdrinkt de zee mijn kinderen.' Zo mooi.
Het is prachtige poëzie.
H.M. Kesteloo, Wandelingen door de voormalige smal-
stad Domburg
De eerste druk uit 1871 is mijn favoriete Domburg-
boek. Kesteloo, de oud-gemeentesecretaris, beschrijft
daarin op een filmische manier een wandeling door
mijn geboortedorp. En tussen de regels door lees je
wat deze vergeten Zeeuwse schrijver zelf vindt van de
dingen in het dorp die hij al kuierend tegenkomt. O
samenstelling Robbert Jan Swiers
100 Zeeuwse portretten van mensen. G. van de Hoogte
(projectleider). Vlissingen: Den Boer/De Ruiter, 2000.
isbn 90 74576 257, 52 p. ongeveer 100 afb. 23,5 x
30,5 cm, gen., 25.
Prachtige verhalen en waard om te behouden. Het
project van Gemma de Hoogte van Scoop om samen
met de PZC, Omroep Zeeland en diverse kunstenaars
honderd Zeeuwen in de leeftijd van nul tot honderd
jaar in beeld te brengen, mag bijzonder heten. Drie
keer per week kwam er een verhaal in de PZC; tien
kunstenaars portretteerden tachtig mensen in ver
schillende technieken; zeventien leerlingen en studen
ten tussen vier en vierentwintig maakten zelfportret
ten evenals drie medewerkers van De Glazen Pui. Wat
een werk! En het zijn mooie portretten. Of het nu
Nicolaas de Pree is (1906: 'Van hard werken ga je niet
dood.') of Kira Goetheer (1996: 'Op school doe je wer
ken en spelen.'), alle mensen, in soorten en maten,
passeren de bonte revue. Het boek is groot en fraai
vormgegeven. Iedereen komt goed tot zijn recht. Het
voorwoord van Freek de Jonge over zijn oma geeft het
boek tot slot extra cachet.
33 Zeeuws Tijdschrift 2001/2