J. R. Bruijn, A. C. Meijer en A. P. van Vliet (red.),
Marinekapiteins uit de achttiende eeuw. Een Zeeuws elftal.
Den Haag/Middelburg: Instituut voor Maritieme
Historie en Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, 2000. isbn go 70534 31 2, 204 p.,
ongeveer 24 afb. (z/w), 16,5 x 24 cm, gen., 38,50.
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen geeft met enige regelmaat wetenschappelijke
werken uit, die ook onder de naam 'Werken van het
Genootschap' bekend staan. Met het uitbrengen van
de publicaties zijn vaak activiteiten gemoeid, zoals
lezingen en tentoonstellingen. In samenwerking met
het Instituut voor Maritieme Historie en het Zeeuws
Archief werd een symposium gehouden, begin 2001,
waarin de resultaten van het onderzoek werden gepre
senteerd. Het boek Zeeuwse marinekapiteins uit de acht
tiende eeuw is het resultaat van een doctoraal werkcol
lege, waarbij twaalf studenten de loopbaan van de
kapiteins volgden aan de hand van archiefstukken.
Dit leverde elf biografische schetsen op. Geen twaalf,
want één onderzoek strandde op onvoldoende beschik
bare gegevens. Vandaar de ondertitel Een Zeeuws elftal.
De namen van de kapiteins naar wie onderzoek is
verricht, zullen maar weinig mensen bekend in de
oren klinken. Cau, Splinter Stavorinus, Van Kruijne,
Haringman, Dirksen, om er enkele te noemen; er zijn
geen straten en pleinen naar hen vernoemd (Misschien
een suggestie voor een nieuwe wijk?). Toch waren het
mensen van vlees en bloed zoals blijkt uit de artikelen
in het boek. Uiteraard heeft de ene auteur een meer
begenadigde pen dan de ander, maar nergens verzan
den hun levensverhalen in een dorre opsomming van
feiten. Beslist een aanwinst voor de Zeeuwse geschied
schrijving.
Tom Meijer, Zeeuwse kinderen op de kaart gezet.
Ansichtkaarten uit Zeeland 1899-1940. Goes: De
Koperen Tuin, 2000. isbn 90 76815 04 6, 48 p., 42
afb., 22 x 22 cm, gen., 24,50
Ansichtkaartenboeken zijn er genoeg. Over alle dorpen
en steden, soms zelfs over de inwoners, zijn er ansicht
kaartenboeken verschenen. Het zegt iets over de hun
kering van veel mensen naar een verdwenen verleden,
anders zouden de boekjes niet zo goed verkopen.
Uitgeverij De Koperen Tuin toont nu ansichtkaarten
waarop kinderen in Zeeuwse klederdracht afgebeeld
staan. De ansichten kennen soms een hoog Ot en
Sien-gehalte, want de tijd dat kinderen in klederdracht
liepen, behoort definitief tot het verleden. De fotoseries
die van de kinderen werden gemaakt, zijn evenals de
gekunstelde foto-opstellingen koddig.
Ook al in die tijd, zo rond 1900, werd er veel gere
toucheerd en toegevoegd, zoals het jongetje dat op
pagina 36 op een paalhoofd aan het hengelen is. Wie
goed kijkt, ziet dat het jongetje oorspronkelijk waar
schijnlijk alleen een stokje vasthield. Later werd er in
het verlengde van zijn wijsvinger een hengel aan
bevestigd. Het ventje vist op het zand en niet in het
water. Overigens zijn de bijschriften bij de kaarten
niet allemaal even correct, want de tekst naast het
genoemde ventje suggereert dat hij het kinderpetje
(pluumpetje) droeg tot zijn achttiende. Dat moet tot
34 Zeeuws Tijdschrift 2001/2