de ontwerpnota Wonen van staatssecretaris J. Remkes.
De Raad is van mening dat bouwen en vestiging van
industrie in het landelijk gebied mogelijk moeten blij
ven mits de landelijke kwaliteit hetzelfde blijft of ver
sterkt wordt, waarbij de groene contouren waarbinnen
niet gebouwd mag worden heilig zijn. Daarbij tekent
Van Diepen-Oost aan dat uiterste zorg geboden is, want
'Eenmaal bebouwd terrein wordt in Nederland vrijwel
nooit meer groen!'
Ook richt de Raad zich specifiek op de in Zeeland
bekende problematiek rond de tweede woningen die
als recreatieverblijf gebruikt worden. Dit heeft soms
tot gevolg dat woningen een gedeelte van het jaar leeg
staan, wat kan betekenen dat de helft van een dorp
onbewoond is. Uiteraard tast dit de leefbaarheid aan,
maar ook jaagt het de prijs van de huizen voor de
lokale bewoners op. Er worden wat dit betreft geen
generieke maatregelen genomen maar de gemeenten
moeten wel bindingseisen aan de bewoners kunnen
stellen. Dat dit een prangende zaak is voor Zeeland,
heeft de regering begrepen, want in de definitieve
Nota Wonen van VROM staat dat in Zeeland een pilot
project zal worden gestart om te onderzoeken hoe de
woningbouw in dorpen vorm kan krijgen zonder dat
dit het karakter van de dorpen aantast. Dat dit nodig
is, staat buiten kijf. In mijn geboortedorp St. Jansteen
moest nog geen twee jaar geleden de enig overgebleven
parkachtige tuin in het centrum van het dorp wijken
voor nietszeggende prefabbouw.
De Zeeuwse periferie als lokkende horizon
P.F. Polderman, wethouder van stadsdeel Zuider-
Amstel van Amsterdam en in die hoedanigheid belast
met de ontwikkeling van de Zuidas in Amsterdam, is
geboren in Zeeland. Aanvankelijk dacht hij nooit in
Zeeland te zullen terugkeren, maar drie jaar geleden
heeft hij er een vakantiehuisje gekocht, waar hij steeds
meer verblijft. Hij is een van die vele Zeeuwen buiten
Zeeland die staan te popelen om terug te komen. Zij
zien Zeeland niet graag als stad en ook Polderman
ziet weinig heil in de vorming van Zeelandstad. Als
wethouder van een stadsdeel is hij moe van alle dis
cussies over bestuurlijke hervorming. 'Bestuurders
moeten gewoon degelijk werk leveren en dan komt de
waardering vanzelf. Alle discussies over bestuurs
vormen is alleen maar bestuurdersleed en staat ver af
van de bevolking'.
Dat de herindeling van Zeeland als stad beter in
één keer aangepakt kan worden - met alle bestuurders
leed van dien - blijkt wel uit het eindeloze gekissebis
dat nu Zeeuws-Vlaanderen in de greep houdt (en niet
alleen de bestuurders) naar aanleiding van de herin
deling van zeven naar drie gemeenten. Tegen de tijd
dat Polderman terugkomt, zal Zeelandstad al bestaan
en wellicht kan hij nog een paar stadse adviezen
geven zoals hij dat ook doet in zijn bijdrage 'De
Zeeuwse periferie als lokkende horizon'. Hij pleit
voor uitbreiding van het onderwijs in Zeeland, waar
door de jongeren vastgehouden kunnen worden. Dat
kan versterkt worden door een verdere uitbouw van
het cultuuraanbod en de koestering van het landschap.
'Verpest het landschap niet door in alle dorpen de witte
schimmel van nieuwbouwblokken te laten toeslaan.
Verbiedt kassenbouw en intensieve bio-industrie.' Tot
slot is hij voor een vestigingsplan dat gericht is op
selectieve groei van de kennisintensieve sector zoals
ook Van Gelder bepleit.
Zeeland staddenken
Dat het debat over Zeelandstad nog niet afgerond is,
moge duidelijk zijn. Veel van de boven samengevatte
bijdragen zijn sterk gekleurd door het Randstaddenken.
Om dat te 'corrigeren' zullen in de rubriek 'Zeelandstad
in de steigers' Zeeuwen en Vlamingen aan het woord
komen die beslist een andere kijk op de ontwikkelingen
in Zeeland hebben. Zo komt in dit nummer professor
G. Allaert aan het woord, een Vlaamse planoloog die
al jaren probeert zijn VüsterGent-concept (een veel omvat
tende visie op het Schelde-gebied) in Zeeland te slijten.
Hij brengt de Universiteit Zeelandstad (UZS) een stap
dichter in de buurt door zijn toezegging een gedeelte
van zijn planologisch onderzoeksinstituut, dat aan de
Rijksuniversiteit Gent verbonden is, naar Middelburg
over te brengen zodra de Westerschelde-tunnel gereed
is. Die UZS is een onontbeerlijke preconditie voor de
toekomstige ontwikkeling van Zeeland-stad en een ver
dere verdieping van het Zeelandstad-denken. O
De lezingen, gehouden op 30 november 2000 tijdens het
debat 'Zeeland als Stad', zijn integraal te vinden op de website
van ons tijdschrift <www.zeeuwstijdschrift.nl> onder de
knop Zeelandstad.
De foto's bij dit artikel zijn van Conny Umbgrove. Haar werk
is tot 21 juli te zien op de foto-expositie Kust-Lijnen in haar
huis in Veere. Alleen op afspraak, telefoon 06 20359186.
6 Zeeuws Tijdschrift 2001/2