Het kan zo langzamerhand niemand meer zijn ontgaan, en zeker niet in Zeeland;!^ J<\e. wereld van de vrije tijd heeft definitief haar onschuld verloren. Waar het ontspannende genieten eens vooral was voor behouden aan een elite die zich kon veroorloven om te reizen en goederen aan te schaffen, buitenverblijven te bouwen en 'lusttuinen' te creëren, -—^zuiver omwille van het plezier, is vandaag de dag de vrije tijd alom aanwezig. En dat niet alleen l Jop individuele schaal maar ook maatschappelijk, op de schaa van de( jeconomie, de cultuur én de ruimtelijke omgeving. Hans Mommaas Zowel in termen van de gerealiseerde omzet als in ter men van werkgelegenheid behoort de vrije tijd intussen tot de snelst groeiende onderdelen van de westerse economie. Qua aantal banen overstijgt ze belangrijke werkgelegenheidssectoren zoals het bank- en verzeke ringswezen of de voedings- en genotmiddelenindus trie.1 Binnen een stad als Rotterdam steekt de vrijetijds- economie inmiddels de haven naar de kroon waar het gaat om de stedelijke werkgelegenheid.2 In een pro vincie als Zeeland blijkt de vrije tijd, en alles wat daar mee samenhangt, momenteel goed voor zo'n 10 tot 15 procent van de werkgelegenheid.3 In totaal geven Nederlandse particuliere huishoudens jaarlijks zo'n 75 miljard gulden uit aan vrijetijdsgerelateerde goederen en diensten. Dat vormt ruim een kwart van hun huis houdelijke uitgaven.4 De Spektakeltentakelcultuur De keerzijde van deze ontwikkeling is dat steeds meer van onze leefomgeving betrokken raakt in de dynamiek van belevenis- en attractievorming. Waar producten, diensten en plekken eens vooral werden beoordeeld op hun functionele belang, gaat het vandaag de dag vooral om hun symbolische uitstraling, hun identiteit en beleveniswaarde. Ze moeten vooral 'spannend' zijn, of cool, afwisseling bieden, of juist opperste rust, een gevoel van oorspronkelijkheid, dan wel simpelweg een 7 Zeeuws Tijdschrift 2001/2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 9