Hieronder zijn enkele fragmenten geciteerd uit het dagboek van Vera Z uit de jaren 1962 en 1963.2 Verwacht niet dezelfde expliciete bekentenissen als onlangs in het boek van Cathérine Millet, La vie sexuelle de Cathérine M (Parijs 2001) door de auteur zijn gedaan. Verre van dat. Maar het dagboek geeft ons wel een goed inzicht in hoe vooral talloze opgroei ende meisjes hun zielenroerselen in een dagboek blootleggen om zo meer grip op de wereld van de vol wassenen te krijgen. Hoewel er heel veel van zulke dagboeken geschreven worden, lijken er, paradoxaal genoeg, om allerlei redenen nog meer van te verdwij nen. Het zijn waardevolle bronnen die vooral de loka le geschiedenis meer kleur kunnen geven. Ze zouden veel actiever door archieven verzameld moeten worden. De toen zestienjarige Vera Z bracht in 1962 met haar vriendinnen Carla en Joyce, voor het eerst zonder ouderlijk toezicht, haar vakantie in Cadzand-Bad door. Er is nog weinig in terug te vinden van waarover Bomhof zich bij de gemeente Cadzand beklaagde. Dat de Hollandse meisjes veel met Duitse jongens omgingen, was wellicht voor vele ouders minder begrijpelijk. 2 augustus 1962 Het regent gelukkig niet. O wat is het hier toch zalig aan zee. Overmorgen al naar huis bah. Vanmorgen waren we er alweer om negen uur uit, zo vroeg al. We waren nog niet helemaal klaar met eten of die jongens waren er al. Beschrijving van die jongens. Jurgen: is groot en mooi van figuur. Bruine benen. Erg kort haar, bruin net als het mijne. Vlot. En een leuk uiterlijk. Klaus: is kleiner, donker blond en een Duits type vlot. Siegward: een kleine opneuker, licht blond. Probeert bekken te trekken maar lukt niet. Verder is hij ook wel vlot. Vanmorgen toen ze weg waren hebben we afgewassen en boodschappen gedaan. Die jongens zouden vanavond om half negen op bezoek komen. We moesten nog bekertjes kopen. Drie dieprode. Een rol koekjes. We zijn dus gereed ze vanavond te ontvangen. Ze konden haast niet geloven dat wij met z'n drieën alleen waren. Ze vroegen het zeker drie keer. Klaus zei: Haben sie dan keine kleinen Angst? We moesten er hard om lachen. Hij zei dat hij terug zou komen. Vanavond komen ze alle drie op visite. Ik ben benieuwd hoe dat gaat worden. Enfin dat zien we wel. Gisteren hebben we ook nog krabben gevangen maar die nijpen vals. Vanavond schrijf ik nog wel verder. Klaus bracht misschien zijn gitaar mee. Misschien gaat dat nog leuk worden zeg!!!!!! We zijn op onze blote voeten naar het strand ge lopen. Het was een heel eind. Boven op de duinen zagen we Klaus staan zwaai en. We zijn dan maar recht in het water gegaan. Het was heerlijk. Klaus ging veel onder maar Siegward was bang geloof ik dat zijn haar nat werd. Enfin we zijn er onge veer 30 minuten in geweest. Daarna heeft Klaus nog wat op het strand gitaar gespeeld. Daarna ging Siegward naar huis. Wij zijn later met Klaus naar huis gegaan. Hij was galant want hij droeg alles voor ons. Hij bracht ons tot de tent. Enfin hij zei tot vanavond. Wij hebben ons weer verschrikkelijk gehaast. Zij zouden om half negen komen maar om negen uur waren ze er nog niet. Dat was toppunt. Ik ging eens naar de wc en ik zag ze zitten bij andere meisjes. Ik was woedend. Ik naar de tent en zei het tegen Carla en Joyce. Die vonden het ook erg gemeen. Enfin om half tien stak ik mijn kop eens buiten en zag ze net op de dijk lopen. Ze hadden me niet gezien. Wij waren kwaad en zetten de radio keihard aan en deden net of we heel veel moesten lachen. Toen hoorden we de tent opengaan. Klaus kwam binnen en zei guten Abend. Wij zeiden even niets maar dat stond zo raar en zeiden daarom ook maar gewoon goedenavond. Wij zeiden dat ze vijf kwartier te laat waren. En wij vertelden ze ook dat zij bij andere meisjes gezeten hadden. Ze keken wel op hun neus dat we dat wisten. Enfin ze stonden daar zo zielig dat we zeiden dat ze mochten gaan zitten. Jurgen had vieze tenen en ze stonken behoorlijk. Ze waren maar in een vieze stemming. Tenminste Klaus zat ook al zo onbeschoft te boeren. Dat kunnen Moffen toch ook. Wij maakten Nescafé en vroegen of ze suiker en melk moesten. Jurgen die brutale vlegel zei gelijk zwei Loffels. Wij deden er daarom maar een in. Enfin toen hij er van dronk zei hij dat er geen suiker in zat daarom kiepte ik er zeker nog een ons bij en de sloeber dronk het nog op ook zeg! De sloebakkenü Toen Jurgen die suiker opdronk kon zijn lepeltje er in blijven staan. Hij vroeg of het lepeltje een korset nodig had. We hebben gegierd van het lachen. Toen we ze een koekje gaven namen ze er per ongelijk twee. Maar ja dat werd ze natuurlijk doorgestoken. Klaus vroeg aan 26 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 28