Anno 1585 De aankomst van Leicester te Middelburg Historische olieverfschetsen van Zeeland VII De olieverfschets 'Anno 1585. De aankomst van Leicester te Vlissingen' is van de hand van Marie André Augustin Barreau Taurel. Zijn vader was de uit V'JÜiB^vx Frankrijk afkomstige André Benoit Barreau Taurel (1794 - 1859). Deze was directeur van ■-- de graveerafdeling van de Amsterdamse academie en tevens goede vriend van zowel Jacob de Vos Senior als Junior. Augustin Taurel schilderde en tekende bij voorkeur figuur- stukken en landschappen. Voor het 'Muzeum Vaderlandse Geschiedenis', de historische galerij van De Vos, heeft hij in totaal drie olieverfschetsen gemaakt. U o ij o) (l) x Paul Stockman Het door Van Lennep en De Vos geschreven begeleiden de commentaar bij de olieverfschets luidt als volgt: 'Schitterend was de ontvangst van Leicester toen hij op 19 december 1585 met een talrijk gevolg in Vlissingen aankwam. Maurits, Hohenlohe en graaf Willem Lodewijk begroetten hem en in de Hollandse steden was het onthaal niet minder luisterrijk. De goede verstand houding duurde niet lang. Spoedig merkte Leicester, terecht of ten onrechte, dat men hem wantrouwde en tegenwerkte. Hij werd dit beu en keerde in november 1586 naar Engeland terug. Zijn wens om Maurits mee te nemen werd op advies van Oldenbarnevelt niet toe gestaan. Herhaaldelijke verzoeken der Staten, maar vooral Parma's expedities in Zeeland deden Leicester in juli 1587 weer terugkeren, maar de verzoening was schijn. Leicester merkte dat zijn gezag niet erkend werd. Vele steden weigerden hem toe te laten en negeerden openlijk zijn bevelen. Leicester was verontwaardigd. Hij verweet de Staten-Generaal gebrek aan principes en verdeeldheid, en vertrok. Het jaar daarna overleed hij.' Onderaan het commentaar staat vermeld: 'Leicester arriveerde op 20 december 1585 te Vlissingen. Zijn tussentijdse Engelse verblijf viel tussen 4 december 1586 en 6 juli 1587. Hij vertrok voorgoed op 16 december 1587.' Hieruit blijkt dat De Vos en Van Lennep er later achter waren gekomen dat de in hun begeleidende commentaar vermelde data niet ldopten. Met deze toe voeging werd een eventueel misverstand uit de wereld geholpen. Historische achtergrond In 1559, na de vrede van Le Cateau Cambrésis met Frankrijk, trok koning Filips II naar Spanje. Hij was net als zijn vader Karei V ook een groot voorstander van centralisatiepolitiek. Volgens Filips II zou op die manier de macht van de adellijke heren in de Nederlandse gewesten nog verder worden teruggebracht. Door eco nomische, politieke en religieuze oorzaken kwam het in 1566 tot een uitbarsting: de beeldenstorm. De koning, heftig verontwaardigd over deze heiligschennis en opstandigheid, stuurde in 1567 de hertog van Alva als landvoogd naar de Nederlanden om orde op zaken te komen stellen. In feite was Alva's komst overbodig en zelfs volstrekt ongewenst. De 'locale groten', zoals Willem van Oranje en de graven van Egmont en Home, hadden de 'opstand' inmiddels al bedwongen. De schuldigen waren vervolgd, berecht en bestraft. Alva, vliesridder en behorende tot de hoge adel, was de koning zeer toegedaan; hij was tot geen enkele conces sie bereid omdat dit uitgelegd zou worden als zwakheid, 32 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 34