wat prestigeverlies zou betekenen. De 'IJzeren Hertog',
zoals Alva genoemd werd, bleek door zijn opstelling
en manier van handelen totaal ongeschikt voor het
stabiliseren van de positie van koning Filips II in de
Lage Landen. De instelling van de Raad van Beroerten
in 1567, de invoering van belastingen en de terecht
stelling van Horne en de populaire Egmont in 1568
waren maatregelen die een sfeer van vijandigheid
opriepen. Vanaf 1568 kunnen we spreken van een
georganiseerde opstand tegen Spanje onder leiding
van Willem van Oranje. Daarom heeft men in later
tijd dit jaar als beginpunt van de Tachtigjarige Oorlog
aangemerkt.
In het voorjaar van 1568 viel Lodewijk van Nassau,
broer van Willem van Oranje, met een klein leger
Groningen binnen. Bij Heiligerlee wist hij de over
winning te behalen op Aremberg, de stadhouder van
Groningen. Bij Jemmingen werd Lodewijks leger ver
volgens door Alva uiteengejaagd. De daarop volgende
veldtocht van Willem van Oranje in Brabant liep ook
op niets uit. De inname van Den Briel op 1 april 1572
door de Watergeuzen betekende een belangrijk keer
punt in de strijd tegen Spanje. Willem van Oranje had
nu een bruggenhoofd van waaruit de opstand geleid
kon worden. Philips van Marnix van St. Aldegonde
werd door Willem van Oranje naar Holland gestuurd.
Op zijn aandringen riep Dordrecht de Staten bijeen
en werd Willem van Oranje benoemd tot stadhouder.
De Spanjaarden hielden vervolgens een veldtocht
waarbij Mechelen, Zutphen en Naarden veroverd wer
den en zwaar bestraft. Het jaar daarop, in 1573, werd
na een langdurig beleg Haarlem veroverd. Ook deze
stad werd door de Spanjaarden bestraft. Bij Alkmaar
werd door de opstandelingen het wapen van inundatie
gebruikt en moesten de Spanjaarden zich terugtrekken.
Op zee waren de Geuzen oppermachtig waardoor
ze de handel van het door Spanje beheerste gebied
konden beletten. Ook kampten de Spanjaarden met
geldgebrek waardoor de troepen niet op tijd betaald
konden worden en deze aan het muiten sloegen.
Intussen ging de ene na de andere stad over naar het
kamp van Oranje. De Pacificatie van Gent die in 1576
tussen de opstandige gewesten gesloten werd, had als
hoofddoel het verdrijven van de plunderende Spaanse
troepen. Het in 1577 met de Spaanse bevelhebber
Don Juan gesloten Eeuwig Edict, dat een feitelijke
erkenning van de Pacificatie was, liep op niets uit.
Hetzelfde jaar nog werd door de opstandige gewesten
de Unie van Brussel gesloten, waarbij Don Juan tot
landsvijand werd verklaard.
33 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4