Door schade en schande wijs geworden, benoemde Filips II in 1578 de bekwame diplomaat Alexander Farnese, hertog van Parma, tot landvoogd. Deze slaagde erin de onderlinge tegenstellingen in het kamp van de opstandelingen uit te buiten en de zuidelijke gewesten uit de Unie van Brussel los te weken. In 1579 werd in het zuiden de Unie van Atrecht gesloten, veertien dagen later gevolgd door de 'tegen'-Unie van Utrecht waarbij de noordelijke gewesten zich met elkaar ver bonden. Willem van Oranje werd door Filips II in 1580 vogelvrij verldaard, waarop deze antwoordde met zijn 'Apologie', een persoonlijke rechtvaardiging van zijn handelen. Het jaar daarop werd door de Staten-Generaal het 'Placcaat van Verlatinghe' opgesteld waarin Filips II als koning werd afgezworen en de souvereiniteit in handen van de prins van Anjou werd gegeven. De komst van de Franse troepen bracht niet de gewenste uitkomst. In 1583 werd Antwerpen zelfs door de Fransen geplun derd. Willem van Oranje besloot daarop naar Holland te vertrekken waar hem door de Staten de soevereiniteit werd aangeboden. De onderhandelingen hierover waren druk doende toen op 10 juli 1584 Willem van Oranje in Delft door de Spaanse koopman Balthasar Gérards om het leven werd gebracht. Op 15 augustus van het daarop volgende jaar werd Antwerpen door de Span jaarden veroverd. Ten einde raad riepen de opstandige gewesten toen de hulp van Engeland in en boden aan koning Elisabeth de soevereiniteit aan. Omdat Elisabeth geen oorlog met Spanje wilde riskeren, weigerde zij het aanbod en stuurde in plaats daarvan haar vertrou weling de graaf van Leicester aan het hoofd van een leger naar de Nederlanden. Het Engelse hulpleger bestond uit zesduizend infanteristen en duizend rui ters. De komst van Leicester leverde echter ook niet het verwachte resultaat op en toen deze eind 1587 terug naar Engeland was vertrokken waren de Staten weer op zichzelf aangewezen. De beginselen van de in 1579 gesloten Unie van Utrecht vormden nu de basis voor de jonge republiek in wording. De Republiek der Verenigde Nederlanden heeft nooit als zodanig bestaan of zichzelf zo genoemd. De statenbond bestond uit zeven onafhankelijke republieken waarin de statenver gaderingen soeverein waren. De Staten-Generaal was in feite een permanente conferentie die gevormd werd door afgezanten uit de afzonderlijke staten. De aankomst van Leicester Eind 1585 kwam de hoofdrolspeler in deze bijdrage Robert Dudley, graaf van Leicester (1533-1588), luitenant- generaal van koningin Elisabeth I Tudor, dochter van Hendrik VIII en Anna Boleyn, in Vissingen aan het hoofd van een expeditiecorps van circa 7000 man in Vlissingen aan. Elisabeth I regeerde van 1558 tot 1603 Engeland. Leicesters genegenheid voor haar leidde ertoe dat hij er in 1560 van werd verdacht zijn vrouw Amy Robsart te hebben vermoord om met Elisabeth te kunnen huwen. Zijn onschuld in deze zaak is pas in deze eeuw bewezen. Leicester was de leider van de ultraprotestantse partij aan het hof. Zijn kerkelijke gezindheid (het kiezen voor de kleine minderheid van strenge Calvinisten tegen de belangen van de Hollandse regenten in) en niet bijster grote intelligentie zijn in belangrijke mate verantwoordelijk geweest voor zijn mislukte optreden in de opstandige Nederlandse gewesten. Na de mislukking met Anjou in 1583, de dood van Willem van Oranje in 1584 en de overgave van Antwerpen op 15 augustus 1585 aan de Spanjaarden, leek er eind 1585 met de komst van de Engelsen een oplossing voor het politieke vacuüm in de opstandige gewesten te komen. 34 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 36