Vermoedelijk staat het gezelschap op het uit 1549
daterende ICeizersbolwerk, een zwaar van kazematten
voorzien bastion, dat werd aangelegd om de haveningang
te verdedigen. De bovenste rij palen die als golfbrekers
fungeren en de duinenrij aan de westkust van Walcheren
achteraan zijn nog juist te zien. Rechts liggen de Engelse
schepen die voor de overtocht van het zevenduizend man
tellende leger hebben gezorgd. Graaf Willem Lodewijk,
graaf Philips van Hohenlohe en prins Maurits maken
deel uit van het ontvangstcomité. Prins Maurits, met
pluim op de hoed, staat achter de rug van graaf Lodewijk
aandachtig te luisteren naar wat een wat oudere man
hem in het oor fluistert. Met zijn vinger wijst hij naar
Leicester alsof hij wil zeggen: 'Moet dié ons uit de nood
komen helpen. Dan kan ik het zelf ook nog wel!'. Het
begeleidende commentaar vermeldt: 'De goede verstand
houding duurde niet lang. Spoedig merkte Leicester,
terecht of ten onrechte, dat men hem wantrouwde en
tegenwerkte'. Het gesprek dat Maurits voert en de geba
ren daarbij verwijzen hier al enigszins naar.
Links op het schilderij zien we een gedeelte van de
vestingwerken van Vlissingen. In 1489 werd begonnen
met de aanleg van muren en grachten. Op de door Braun
en Hogenberg gepubliceerde kaart in hun boek Civitates
orbis terrarum heeft het grondplan van de zestiende-
eeuwse vesting een ronde vorm. Aan de landzijde was
Vlissingen voorzien van een verdedigingsmuur met
muurtorens en omgeven met een gracht. Vier poorten
gaven toegang tot de stad. In de vestingwerken aan de
zeezijde waren echter geen muurtorens opgenomen
zoals wel is afgebeeld op de olieverfschets. Vlissingen
telde twee havens: de Oude Haven en de Engelse of
Vissershaven, de huidige Binnen- en Buitenhaven. Van
deze zestiende-eeuwse vesting zijn enkel de Bomvrije-
of Gevangentoren, het Keizersbolwerk en het militair
magazijn in de Paardenstraat overgebleven.
Van Lennep en De Vos doen het in het begeleiden
de commentaar voorkomen alsof de schuld voor het
mislukken van Leicesters missie niet bij hemzelf maar
bij de Staten-Generaal, in het bijzonder bij Johan van
Oldenbarneveldt ligt. Het 'Muzeum Vaderlandse
Geschiedenis' bedoelt vooral de deugden van telgen
uit het huis van Oranje op te hemelen en breed uit te
meten. De zin 'Zijn wens om Maurits mee te nemen
werd op advies van Oldenbarneldt niet toegestaan' is
in dit opzicht veelbetekenend. Hiermee proberen De
Vos en Van Lennep alvast te verwijzen naar de in de
periode hierna steeds slechter wordende relatie tussen
'lustitie aen ian van Oldenbarnevelt geschiet'. Gravure door
Frans Hogenberg. in: 'Historieprenten van de So-jarige oorlog'.
beide mannen. De sluiting van het Twaalfjarig Bestand
in 1609 op aandringen van Van Oldenbarneveldt, de
strijd tussen Remonstranten (de Hollandse regenten,
incluis Van Oldenbamelveldt) en Contra-Remonstranten
(de steile Calvinisten, incluis prins Maurits) en de
Scherpe Resolutie van 1617 ook op voorstel van Van
Oldenbarneveldt zijn de belangrijkste gebeurtenissen
die er toe hebben geleid dat in 1619 Van Oldenbarneveldt
werd onthoofd. In het begeleidende commentaar van
het schilderij 'Anno 1619. Oldenbarneveldt voor het
Hof van Holland' staat geschreven: 'Oldenbarneveldt
werd ter dood veroordeeld en op 13 mei 1619 in Den
Haag onthoofd. Noch hij, noch zijn gezin had om gra
tie willen vragen, hoezeer prins Maurits ook genegen
zou zijn geweest die bij de Staten-Generaal te bepleiten'.
Hier zitten De Vos en Van Lennep weer op het paladijnen
spoor. Het geweten van Maurits is witgewassen. O
Bronnen.
Beliën, H.M. e.a., Een geschiedenis van Europa 1500-1815.
Haarlem 1983.
Carasso, D., Helden van het vaderland. Onze geschiedenis in
tgde-eeuwse taferelen verbeeld. Amsterdam 1991.
Fruin, R., Het voorspel van de 80-jarige oorlog. Utrecht/Wijnegem
1986.
Neale, J.E.. Het leven van koningin Elizabeth I. Zeist 1962.
Rogier, L.J., Eenheid en scheiding. Geschiedenis der
Nederlanden 1477- 181 3. Utrecht/Antwerpen 1980.
Schuiten C.M. en B. Schoenmaker, Oranje op de bres. Vorstenhuis
en leger in de Nederlandse geschiedenis. Amsterdam 1989.
Smalleganghe, M., Nieuwe Cronyck van Zeeland. Middelburg
1696.
Stockman, P. en P. Everaers, Frontier Steden en Sterckten.
Vestingwerken in Oost-Vlaanderen en Oost-Zeeuws-Vlaanderen
1584-1839. Hulst 1997.
Stockman, P. en P. Everaers, Versterckt Zeeland. Middelburg
1999.
Tirion, I., Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden;
Behelzende eene beschtyving van Zeeland. Amsterdam 1751.
Met dank aan P. Everaers te Terhole.
36 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4