Toorop, Domburg en de zaak Flersheim
Francisca van Vloten
'We gingen naar Domburg op aansporing van Jan Toorop, een Nederlandse kunstenaar die we in Frankfurt
hadden leren kennen. Hij was een belangrijke schilder en een fascinerende persoon, vriendelijk, edelmoedig
en zeer gelovig', aldus Ernst Flersheim in zijn memoires die omstreeks 1939 in Brussel op papier werden
gezet. In de kunstverzameling van Ernst en Certrud Flersheim-von Mayer bevonden zich vele werken van
Toorop. Bij hun vlucht uit Frankfurt naar Amsterdam, waar zij in maart 1937 werden ingeschreven, moesten
de joodse Flersheims het grootste deel van hun bezittingen achterlaten, waaronder de opgeslagen kunstver
zameling van buitenlandse - niet-Duitse - schilders die door de Nazi's werd geconfisqueerd. Eind 1998 bleek
dat drie Toorops uit de collectie Flersheim zich in Nederlandse musea bevinden. Walter Eberstadt, een klein
zoon van de Flersheims, diende in Nederland een claim in. Het gaat om de olieverven De Theems bij London
Bridge (1885) en Gebed voorde maaltijd (1907), en de potlood- en krijttekening Godsvertrouwen (1907). De
kwestie spitst zich toe op de tekening Godsvertrouwen die in 1943 door twee Rotterdamse notabelen aan de
Stichting Museum Boijmans Van Beuningen werd geschonken. In januari 1999 vroeg Matthijs van der
Velden, een goede vriend van Eberstadt in Nederland, Francisca van Vloten bij haar Domburg- en Toorop-
onderzoek speciaal te letten op Toorops contacten met de Flersheims.
41 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4