Jan Toorop, Studie voor den Apostel Paulus, predi- jan Toorop, St. Poulus voor de Israëlietenjan Toorop, Paulus, predikende op kend voor de Grieken, 1911, krijttekening. Uit: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 21 (1911) dl. 52, 318. L'apótre Saint Paul, 1911, zwart en gekleurd krijt. Uit: A. Mak, Oeuvres par Jan Th. Toorop, Collection Anthony Nolet, Nymègue, Vente publique, Amsterdam 1924, z.p. den Areopaag over den onbekenden God, 1912, houtskool. Foto RKD Den Haag. Mies Elout-Drabbe, Portret van Jan Toorop, 1907, potlood- en krijttekening. Isografie particuliere collectie. In juni 1909 reisde Toorop naar Zürich - dat in deze jaren regelmatig zijn reisdoel was - om portretten te maken, ruim een jaar later waren zeven van zijn Aposteltekeningen in het Kunsthaus in de Zwitserse stad te zien. Toorop was toen ook weer in Zürich, voor een verblijf van veertien dagen, zoals uit een brief aan Mies Elout blijkt. Hij zag de zeven tekeningen voor het eerst naast elkaar hangen en keek daarvan op. De terugreis ging over Frankfurt, waar hij enkele dagen doorbracht. 21 De Aposteltekeningen hebben, naar een uitlating van Toorop uit 1925, ook in Frankfurt gehangen: 'Onder gemeenschapskunst versta ik de kunst, die door de geheele gemeenschap begrepen wordt. Zoo zijn mijn "Apostelen" gemeenschapskunst, omdat ik overal, in alle landen, appreciatie ervoor heb gevonden. Toen de Apostelen indertijd in Frankfort werden tentoongesteld, en ik de expositie kosteloos liet bezichtigen, kwam ik dagelijks in aanraking met tachtig tot honderd arbeiders, vrouwen en mannen uit het volk; als ik met hen sprak, vond ik overal begrijpen en waardeering bij hen.' 22 Voor hij in 1912 meedeed aan de Exposition inter nationale d'Art religieux moderne in Brussel (6 mei-19 juni 1912), waarop de Aposteltekeningen eveneens een belangrijke plaats innamen, was in Domburg de eerste Tentoonstelling van Schilderijen en Teekeningen van Walchersche Schilders van start gegaan. 23 Domburg 1911 Jan Toorop trok kunstvrienden zoals Mezger patiënten had getrokken. In Domburg verzamelde hij een grote kring om zich heen. Schilders, schrijvers, dichters, componisten, theatermensen, geestelijken, kunst verzamelaars, critici; iedereen kwam zijn opwachting bij hem maken. In 1911 verrezen vooral dankzij hem twee gebouwtjes in Domburg. De houten hulpkapel voor katholieke diensten, die in 1898 tegenover het Badpaviljoen was neergezet, werd met een stenen priesterkoor uitgebreid en vlak daarnaast werd een withouten tentoonstellingsgebouwtje opgetrokken. Van 1911 tot en met 1921 - met uitzondering van 1918, toen er militairen in het gebouwtje gelegerd waren - hebben de befaamde Domburgsche Tentoonstellingen erin plaatsgehad. Na hevige stormen in de winter van 1921 op 1922 dreigde het gebouwtje in te storten, men besloot het neer te halen en niet te herbouwen. Alle stijlen waren in Domburg te vinden; het niveau van de kunstenaars lag dikwijls ver uiteen. Kwaliteit was niet de verbindende factor, veeleer lag die in onderlinge 46 Zeeuws Tijdschrift 2001 /3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 48