omdat de aanleg van rijksautowegen en het stimule ren van de bewapeningsindustrie voor meer werkgele genheid zorgden. De Nürnberger Rassengesetze van 1935 zullen bij velen de laatste onzekerheid hebben weggenomen. Joden werd het volledig burgerrecht - en dus wettelijke besclierming - ontnomen en huwelijken tussen 'ariërs' en joden werden verboden. 4° In datzelfde jaar 1935 stierf Martin Flersheim. Zijn verzameling kon nog grotendeels door zijn erven naar het buitenland worden uitgevoerd. 41 Een jaar later werd de firma van de Flersheims 'arisiert' en moest voor eenderde van de balanswaarde worden verkocht. Ernst en Gertrud Flersheim-von Mayer ver lieten Frankfurt en kwamen via België naar Nederland. Zij zochten een pied-a-terre in Amsterdam, waarvan daan zij nog regelmatig terugreisden naar Frankfurt. Georg en Edith Eberstadt-Flersheim emigreerden in 1936 naar Engeland en Rudolf en Margarete Wertheim- Flersheim naar Brussel. Hans Flersheim, de broer van Edith en Margarete, was in 1933 gestorven. 42 Ernst en Gertrud Flersheim werden op r6 maart 1937 in het bevolkingsregister van Amsterdam inge schreven. Zij lieten een groot deel van hun kunstcol lectie in mei 1937 bij kunsthandel en veilinghuis Helbing in Frankfurt veilen. Die veiling betrof werken van Duitse kunstenaars. De niet verkochte werken werden bij de internationaal gerichte expediteursfirma Delliehausen in Frankfurt opgeslagen, waar de werken van niet-Duitse kunstenaars die zich nog in de collec tie bevonden rechtstreeks waren opgeslagen. Het is pas de afgelopen jaren bekend geworden hoe zeer de Reichskulturkammer al in de vroege jaren dertig vanuit Berlijn de controle had over de kunstveilingen. De opgeslagen kunstwerken van de Flersheims wer den samen met de overige achtergebleven bezittin gen van de familie waarschijnlijk in 1938 als joods vermogen in beslag genomen, de firma werd dat jaar bij executie verkocht. Gertrud Flersheim is in elk geval tot begin 1938 naar Frankfurt teruggegaan. In dat jaar werden ook de afdelingen hedendaagse kunst van de Frankfurtse musea gesloten; Georg Swarzenski, de joodse directeur die in 1933 op non-actief was gezet en in 1937 ontslagen, verliet het land. De werken van 'ontaarde' kunstenaars in de musea werden geconfisqueerd en in het buiten land geveild. 43 Herinneringen Op hun reizen van Frankfurt naar Amsterdam en omgekeerd moeten Ernst en Gertrud Flersheim nog een of twee keer Domburg en meermalen Brussel hebben aangedaan. In de laatstgenoemde stad zette Ernst Flersheim omstreeks r939 zijn herinneringen op papier. Toen de Duitsers in mei 1940 eerst Nederland en vervolgens België binnenvielen, beroofde zijn jongste dochter Margarete zich in Brussel van het leven. Haar man en zoontje werden later in Zuid- Frankrijk opgepakt en in Auschwitz omgebracht. 44 De Flersheims hebben vanuit Amsterdam contact gehouden met de familie De Pagter in Domburg. Toen het voedsel in Amsterdam schaarser werd, stuurden de De Pagters broodbonnen en toen Adriana de Pagter en Jacob Adriaanse begin 1943 een aankondiging van hun voorgenomen huwelijk in maart van dat jaar naar Amsterdam lieten uitgaan, zond Gertrud Flersheim hun een ingelijste reproductie van Godsvertrouwen met een begeleidend briefje, waarin onder meer stond dat de originele versie in beslag genomen was. 45 Bij een razzia in Amsterdam later dat jaar werden Ernst en Gertrud Flersheim opgepakt en naar kamp Westerbork getransporteerd, in 1944 zijn zij in Bergen- Belsen om het leven gekomen. Alleen Edith en Georg Eberstadt en hun kinderen Walter en Bridget hebben de oorlog overleefd. 4 6 Lijst II Twee jaar na de oorlog, in 1947, stelde Edith Eberstadt- Flersheim twee lijsten op van door de Gestapo gecon fisqueerde en verkochte eigendommen van haar ouders. Lijst II bevatte de kunstwerken, waaronder een stilleven van Paul Gauguin, twee schilderijen van Ferdinand Hodler, twee werken van de Spaanse schil der Ignacio Zuloaga en de volgende werken van Jan Toorop: 'Tischgebet, Alter Mann in Walcheren, Portrat Ernst Flersheim, Portrat Edith Flersheim, Die Themse, 12 Apostelfiguren (Kohle), zahlreiche Zeichnungen und Radierungen'. 47 De Eberstadts dienden een verzoek tot Wiedergut- machung in Duitsland in. Omdat de verblijfplaats van de werken onbekend was, kwam dat neer op een financieel herstel. Inmiddels was in 1952 gebleken dat Godsvertrouwen zich als eigendom van de Stichting Museum Boijmans in het gelijknamige gemeentelijke museum in Rotterdam bevond, zodat dit werk buiten de financiële compensatie bleef. In 1953 wendde Georg 50 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 52