Eberstadt zich namens zijn vrouw met een verzoek tot teruggave tot de Stichting en het museum. De Stichting had Godsvertrouwen in januari 1943 cadeau gekregen van de Rotterdamse notabelen W. van der Vorm en H. van Beek, die het in 1942 met bemiddeling van Dirk Hannema, de later wegens zijn Nazi-sympathieën omstreden directeur van Museum Boijmans, hadden gekocht bij de Haagse kunsthandelaar d'Audretsch. Deze had de tekening op zijn beurt in oktober 1942 in het Amsterdamse Carltonhotel - dat in de oorlog als een hoofdkwartier van de Duitse Luftwaffe fungeerde - gekocht van de Duitser Lintergern. Een jaar na Eberstadts verzoek kwam als antwoord een weigering tot teruggave door de Stichting, omdat een dergelijk verzoek voor 1 juli 1951 had moeten wor den ingediend. In augustus 1955 veroordeelde de Wiedergutmachungskammer van het Landgericht in Frankfurt am Main de Stichting Museum Boijmans tot teruggave van de tekening aan Edith Eberstadt. De juridisch adviseur van de gemeente Rotterdam kwam tot de conclusie dat de uitspraak geen rechts grond in Nederland bezat, omdat daarvoor de goed keuring van een Nederlandse rechter nodig was, die niet werd aangevraagd. Godsvertrouwen bleef waar het was. In januari 1956 kende de Kammer Edith Eberstadt een schadevergoeding van dm 47.950 toe, waaronder dm 3.000 voor De Theems en dm 3.000 voor Gebed voor de maaltijd. 4& Tegenstrijdige berichten In de catalogus bij de Ausstellungfiir Christliche Kunst van 1909 in Düsseldorf staat Godsvertrouwen geno teerd als Gottvertrauen' en Zeeuwsche boer in gebed als 'Alter Mann im Gebet'. Zou de 'Alter Mann in Walcheren' op Edith Eberstadts lijst hebben kunnen staan voor Zeeuwsche boer in gebed en Godsvertrouwen - dat onom stotelijk bewezen tot de collectie Flersheim behoorde - onderdeel kunnen hebben uitgemaakt van 'zahlreiche Zeichnungen und Radierungen'? Waren er meer bewijzen te vinden voor Miek Janssens opmerking dat Zeeuwsche boer in gebed eigendom van Ernst Flersheim was? Op de eerder genoemde tentoonstelling bij Unger Van Mens in 1912, staat het schilderij ver meld als nr. 35, Biddende boeren als eigendom van 'Dr. Heijman te Frankfurt a/M.'. Als jaar wordt 1908 genoemd, maar dat zegt niet veel, want Godsvertrouwen staat er eveneens met als jaar 1908 en Gebed voor de maaltijd met als jaar 1909. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat Miek Janssen zich heeft vergist en dat de Zeeuwsche boer in gebed uit 1907 inderdaad eigendom was van Julius Heymann, de bekende verzamelaar uit Frankfurt a/M. - hoewel men natuurlijk niet kan uit sluiten dat deze het werk kan hebben doorverkocht aan Ernst Flersheim. 49 Bij de onzekerheden mag ook het hierboven beschreven scenario voor Paulus, predikende op den Areopaag gevoegd worden, ofschoon het erop lijkt dat Miek Janssen het deze keer in ieder geval bij het rechte eind had. Het zou zoveel logischer zijn geweest als Ernst Flersheim de Paulus die in 1911 in Domburg werd geëxposeerd daar had gekocht en dan meteen een van de tentoongestelde Apostelenstudies ook! De tentoonstelling van dat jaar werd pas op 29 juli geopend en de Flersheims waren in de week van 6 tot en met 13 juli in Domburg aangekomen, tijd genoeg om de werken in de catalogus nog als 'eigendom' te laten noteren. 5° 1998 Walter Eberstadt is als bankier in New York gevestigd. Zijn vader is in 1962 overleden, zijn moeder in 1992. Zes jaar na haar dood kwam Eberstadt een brief van zijn vader uit 1958 tegen, waarin deze zich bitter uit liet over de gebeurtenissen rond het verzoek tot terug gave van Godsvertrouwen. Walter Eberstadt sprak daarover met zijn Rotterdamse vriend Matthijs van der Velden, die hem vertelde dat de Nederlandse regering bezig was met een herbeschouwing van het naoorlogse rechtsherstel. Eind 1997 werd in opdracht van het Ministerie van OC W een begin gemaakt met het onderzoek naar de herkomst van de collectie Nederlands Kunstbezit. Deze collectie, die bestaat uit gerecupereerde cultuur goederen waarvan de rechtmatige eigenaar niet achter haald is, omvatte in oktober 1999 4217 kunstvoor werpen. Het Bureau Herkomst Gezocht begon zijn werkzaamheden in 1998 onder begeleiding van de Commissie Ekkart, zo genoemd naar haar voorzitter R.E.O. Ekkart, de directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag. 51 Eberstadt verdiepte zich in de gegevens over de kunstcollectie van zijn grootouders en kwam erachter dat ook de De Theems bij London Bridge en Gebed voor de maaltijd zich in Nederlandse musea bevinden; het eerste net als Godsvertrouwen in Museum Boijmans Van Beuningen, het tweede in het Zeeuws Museum in 52 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 54