Middelburg. In december 1998 diende hij een verzoek tot teruggave in bij de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen en het gelijknamige museum, in januari 1999 bij het Zeeuws Museum. De gemeente Rotterdam liet nader onderzoek verrichten door de historicus A.J. Bonke, die ten aanzien van Godsver trouwen tot de slotsom kwam dat, mede gezien de omstandigheden waaronder de tekening in 1942 door d'Audretsch was gekocht, niet kon worden uitgesloten dat het werk tot de geconfisqueerde eigendommen van Ernst en Gertrad Flersheim behoorde. Het bestuur van de Stichting heeft Eberstadt en zijn echtgenote een bruikleen voor het leven aangeboden, onder voorbehoud dat de Stichting het werk nadien als rechtmatige eigenaar zou terugkrijgen. Eberstadt wees dit af. Over teruggave van Godsvertrouwen heeft het bestuur van de Stichting tot nu toe geen eenstem migheid kunnen bereiken. De feiten lagen anders bij De Theems. Dat schilde rij van Toorop was in januari 1937 door dAudretsch aan het Museum Boijmans aangeboden, dat het overi gens niet toen maar in maart van dat jaar kocht, op de tentoonstelling Drie Generaties bij de Haagse kunst handel Nieuwenhuizen Segaar. Bonke kwam tot de conclusie dat niet kon worden uitgesloten dat de Flersheims op het moment van aanbieding van het werk door d'Audretsch nog vrij konden beschikken over hun hele collectie en dat daarom de mogelijkheid bestond dat zij het schilderij zelf op de markt hebben gebracht. Eberstadt acht dat niet mogelijk. Volgens hem heeft zijn grootvader De Theems met de andere werken van niet-Duitse kunstenaars tussen november 1936 en januari 1937 bij de firma Delliehausen opge slagen met de bedoeling ze uit Duitsland uit te voeren, hetgeen door de Gestapo werd verhinderd. De Theems zou in dat geval door een Nazi-organisatie meegenomen en in Nederland verhandeld zijn. Het College van B W van Rotterdam heeft de claim met betrekking tot De Theems op 16 november 1999 afgewezen. 52 Het Zeeuws Museum heeft Gebed voor de maaltijd in 1981 met geldelijke steun van de Vereniging Rembrandt voor 150.000,- aangekocht van kunst handelaar Ivo Bouwman uit Den Haag, die bij de ver koop verklaarde dat hij het schilderij halverwege de jaren zeventig had gekocht van de erven van de kunst handel d'Audretsch. Pas in 1986 werd de ICOM Code of Professional Ethics gepubliceerd, waarin onder meer de eis wordt gesteld dat aanwinsten voorzien moeten zijn van een deugdelijk bewijs van herkomst en aan het museum een onderzoeksplicht naar de herkomst wordt opgelegd. Het Zeeuws Museum reageerde in een voorlopige reactie op het verzoek van Eberstadt met het afwijzen van de claim, maar won - alvorens een definitief standpunt in te nemen - het oordeel van de Commissie Museale Gedragslijn in. Dat kwam in mei 2000 en luidde dat het Zeeuws Museum niet onjuist handelde door een verzoek tot teruggave niet in te willigen, maar dat gezien de her komst van het schilderij gezocht moest worden naar 'mogelijke alternatieve redelijke en billijke oplossingen die recht doen aan het grote emotionele belang van de verzoeker enerzijds en het grote collectiebelang van het museum anderzijds'. Gebed voor de maaltijd is het enige schilderij dat het Zeeuws Museum van Jan Toorop bezit. Eberstadt beseft dat, hij is dan ook bereid tot een schikking met de Zeeuwse Museum stichting. 53 De stand van zaken Bij de London Declaration van 5 januari 1943 hadden de Geallieerden ten aanzien van kunstverzamelingen iedere inbeslagneming en iedere verkoop onder druk ongeldig verklaard. Na afloop van de Tweede Wereld oorlog deden zij dergelijke 'rechtshandelingen' teniet door de openbare en particuliere eigendommen aan de staat terug te geven waaruit zij kwamen. De parti culiere eigenaars moesten hun claims vervolgens bij de regering van hun eigen land indienen. 54 Dat internationaalrechtelijke verplichtingen in dat opzicht lastig tot stand zijn te brengen, alleen al op grond van de verschillen tussen de Anglo-Amerikaanse en Europese rechtssystemen, bleek onder meer op de internationale conferentie over 'Holocaust-Era Assets', die eind 1998 in Washington plaatshad. Daar werd men het wel eens over de noodzaak om in iedere indi viduele zaak met inachtneming van de nationale ver scheidenheid te komen tot een 'gerechtvaardigde en eerlijke oplossing'. 55 Nederland hield juridisch vast aan het beginsel van verjaring en bovendien gold het teruggavebeleid alleen voor kunst die onvrijwillig was verkocht of was geconfisqueerd. De regering heeft echter vorig jaar besloten van het eerste beginsel af te zien en onlangs heeft zij de aanbevelingen van de Commissie Ekkart ten aanzien van een royale restitutie van oorlogskunst 53 Zeeuws Tijdschrift 2001 /3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 55