Het is een schip met een dubbele metafoor, een schip waar allerlei ideeën en gegevens aan verbonden zijn, een Ship of Troy. Kern van de voorstelling is de opera Dido 6Z Aeneas van de Engelse componist Henry Purcell. Het libretto is gebaseerd op de Aeneas van Virgilius. Ship of Troy is het schip van de Trojaanse held Aeneas dat strandt op de kust van Carthago, waar Dido konin gin is. Het schip is een variant op het Paard van Troje. Net als voor de Trojanen het binnenhalen van het Paard van Troje het begin was van hun ondergang, is het toelaten van het Schip in Carthago voor Dido het begin van het einde. Dido en Aeneas worden immers verliefd, maar net als het tot een huwelijk lijkt te komen, grijpen de goden genadeloos in. Aeneas moet vertrek ken omdat hij een hogere roeping heeft (het stichten van de stad Rome). Dido blijft achter en sterft van liefdesverdriet. Een groter verhaal 'Wij wilden die opera in een nieuw kader plaatsen, in een ander landschap en in een groter verhaal', zegt Alex Mallems over het ontstaan van de voorstelling. 'De dubbelheid van het verhaal van Dido en Aeneas willen we vertellen, maar ook de voorgeschiedenis en het ruimere mythologische kader en daarbinnen dan de opera van Purcell. Toen Niek Kortekaas (regisseur/ scenograaf) en ik aan het brainstormen waren over dit project zijn we eigenlijk nooit bezig geweest om een historisch-mythologisch verhaal te brengen. We heb ben voortdurend gedacht: hoe kunnen we dat verhaal nü vertellen? We besloten de opera in een nieuwe context te brengen door het toevoegen van een pro loog, met nieuw gecomponeerde hedendaagse muziek (door jazztrompettist Bert Joris) en een nieuw libretto waarin we net die accenten konden aanbrengen die wij belangrijk vinden.' Eeuwigdurende oorlog Oorlog is het thema geworden van de proloog en dus van de hele voorstelling. Alex Mallems: 'Oorlog als eeuwigdurend fenomeen. Iets dat verbonden is met de mensheid en waar we blijkbaar niet vanaf raken. De tweekantigheid van oorlog ook: het heroïsche, het overwinnen, succes boeken aan de ene kant en het lij den, de vernietiging en de dood aan de andere kant. De grote helden van de geschiedenis zijn meestal ook krijgsheren. Napoleon, Julius Ceasar, noem maar op. Zij hebben iets bereikt, maar het heeft wel miljoenen mensenlevens gekost; kanonnenvlees zoals dat wel wordt genoemd.' In zijn libretto voor de proloog heeft Mallems proberen te beschrijven hoe de mens altijd wordt verleid tot oorlog. Hij legt uit: 'Hij wordt verleid tot eeuwige glorie, want sterven in de strijd levert immers altijd eeuwige roem op. To die in action, zoals de Amerikanen dat zo trots kunnen zeggen. Of denk maar aan de Japanse kamikaze piloten in de Tweede Wereldoorlog en -meer hedendaags- de Palestijnse zelfmoordcommando's. Het zijn allemaal martelaren én helden. Die dubbelheid dat vinden wij heel actueel.' Er is nog een aspect van oorlog dat Alex Mallems wil benadrukken: de manier waarop de media (met name de televisie) oorlog exploiteren. 'Het beste voorbeeld daarvan tot nu toe was de Golfoorlog. Die werd live uitgezonden en ging a la minute de wereld rond. Oorlog levert kijkcijfers op, gaat over prime time, over financieel gewin...' Speelbal van machten In zijn opera uit 1689 grijpt Purcell uiteraard terug op het verhaal van Virgilius, maar heeft hij ook nieu we elementen toegevoegd, die de theatermakers van nu aanmerken als modern. Alex Mallems: 'De figuren van de heksen en geesten in zijn opera hebben het over harms of delight, het mensen kwesten, pijn doen, tot verdriet drijven als iets waar we vreugde uit putten. Opnieuw die dubbelzinnigheid. In de mythologie is die ook aanwezig: er zijn altijd goede en kwade goden en daar tussen in de mens als speelbal van die goden, van het lot. Net zoals de moderne mens nu speelbal is van hogere machten (de politiek, de economie). Het is nooit de kleine soldaat die een oorlog ontketend; het wordt hem opgedrongen, maar hij is wel letterlijk het eerste slachtoffer. Als er ergens een bom valt dan zitten de politieke en militaire leiders in de schuil kelder en zijn de gewone burgers het slachtoffer. Dat soort gedachten zitten ook in deze voorstelling. Uiteraard willen we in de eerste plaats een spannende operaproductie maken waarin het publiek wordt mee genomen. Maar wél een productie die iets te vertellen heeft, zonder nu weer al te belerend te zijn. We willen abso luut geen zieltjes winnen zoals in de jaren zeventig gebeurde.' 4 Zeeuws Tijdschrift 2001/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 6