oliën en wi
De kerken werden toen allemaal wat strenger en er
mocht niet veel meer. Onder katholieken ging het er
allemaal wat minder strikt aan toe en die mensen ble
ven wel aan deze spelen doen.'
Op het moment kent de provincie nog vijf traditio
nele sporten die in verenigingsverband worden beoe
fend; krulbol, gaaibollen, ringrijden en wip- en gaai
schieten. In totaal zijn ruim tweeduizend mensen
aangesloten bij een club in één van deze takken van
sport. Het is nog maar de vraag of de verenigingen in
de toekomst ook nog op deze grote ledenaantallen
kunnen rekenen.
Want, geïsoleerd of niet, ook in Zeeland springen
jongeren in op de laatste trends als skaten of kiteboar-
den in plaats van zich bezig te houden met 'cultureel
verantwoorde' vrijetijdsbestedingen als gaaibollen en
wipschieten. Vreemd is het dan ook niet dat de mees
te leden van verenigingen in traditionele sporten de
veertig al zijn gepasseerd en jeugdige beoefenaars
meestal een uitzondering vormen op de ledenlijsten.
Krulbol
'Dat is toch een oudelullensport?', is een veelgehoorde
vraag voor Fabian Blaakman als hij leeftijdgenoten ver
telt dat hij krulbolt. De 22-jarige inwoner van IJzendijke
en lid van de plaatselijke bolclub Molenzicht moet
deze vraag, als hij eerlijk is, altijd bevestigend beant
woorden. 'Ik merk wel dat, als ik hier in de streek aan
mensen van mijn leeftijd vertel dat ik aan krulbol doe,
ze me voor gek verklaren', vertelt Blaakman. 'Het pro
bleem van de sport is dan ook zijn imago. Krulbol staat
bekend als een sport voor ouderen. Het is, eerlijk gezegd,
ook wel zo dat de meeste mensen pas met deze sport
beginnen als ze gepensioneerd zijn.'
Krulbol is een sport die in ons land alleen in Zeeuws-
Vlaanderen wordt beoefend. Op een met aarde bedek
te baan van negen tot twaalf meter lang en ongeveer
drie meter breed proberen de spelers een kaasvormige
schijf, de bol, zo dicht mogelijk bij of zelfs tegen één
van de twee staken te rollen. Dit zijn twee houten
paaltjes, die zo'n twintig centimeter uit de grond steken
en zeven meter uit elkaar staan. Degene die het eerste
negen keer het dichtste bij één van de staken ligt, wint
de partij. Eén keer per jaar spelen de boilers om de
koningstitel, de beste speler van de club en is er de
keizerbolling, waarbij de deelnemers uitmaken wie zich
de sterkste van de streek mag noemen. Het eeuwen
oude bolspel werd voor de Eerste Wereldoorlog nog in
vrijwel iedere Zeeuws-Vlaamse gemeente gespeeld.
Nu zijn er rond de 600 krulbollers, verdeeld over zeven
verenigingen. Het jongste lid is 22 jaar, het oudste 94.
'Ik ben met mijn tweeëntwintig jaar veruit de
jongste krulboller', vertelt Blaakman. 'Op mijn vriend
in na dan, die is nog een half jaar jonger. Mijn broer
Franklin is met zijn zesentwintig jaar ook nog jong,
maar verder zijn de boilers toch allemaal dik boven de
vijftig. Wij vormen als jonge spelers een uitzondering,
maar zo ervaar ik het niet. Ik merk vaak dat de oudere
boilers het leuk vinden als ik er bij ben. Zij zijn allang
blij dat er ook eens een jong iemand mee doet.'
KruIbollen in Zeeuws-Vlaanderen.
emg
13 Zeeuws Tijdschrift 2001/5