voetbalspel levert. Als die samenwerking niet rond komt,
houdt het op of moet er op een andere manier door
worden gegaan. Maar daar bemoei ik me niet meer mee,
want na de finalemiddag in de herfstvakantie ben ik
geen voorzitter meer van de stichting.' Van Vossen zelf
vreest niet zo voor het einde van zijn project, hoewel
het vermoedelijke verlies van de hoofdsponsor volgens
hem wel een aderlating zal zijn. ABN Amro stak drie
jaar lang jaarlijks 35.000 gulden in de kampen. Zij
doneren één keer in de zoveel tijd geld aan dit soort
dingen. Voor ons is dat nu jammer genoeg voorbij. Bij
het begin van het kamp hoopten we dat het Zeeuwse
bedrijfsleven er op in zou springen. Dat is niet gebeurd.'
De voetballer van De Graafschap is echter niet van plan
te stoppen met zijn voetbalclinics voor de Zeeuwse
jeugd. 'Misschien dat we in een andere vorm door
moeten gaan. Voor mij wordt het ook wat moeilijker
er veel tijd in te steken nu ik bij De Graafschap speel.
Het zou bijvoorbeeld kunnen dat we de voetbaldagen
in de toekomst in slechts één weekend afwerken.'
Selectie
Aan de voetbaldagen in de huidige vorm gaat een hele
selectieprocedure vooraf. Allereerst wordt de Zeeuwse
clubs gevraagd een aantal talentvolle spelertjes in de
leeftijd van tien tot en met veertien jaar te selecteren
voor één van de zeven voorronden, die zijn verspreid
over de hele provincie. Van Vossen kiest bij ieder van
deze voorronden zo'n tien spelertjes uit die naar de
voetbaldagen mogen komen. De groep wordt aange
vuld met de twintig beste voetballertjes van het kamp
van het jaar ervoor. Tijdens het trainingsweekend, dat
traditiegetrouw op Sport- en Recreatiecentrum
Westerschouwen in Burgh-Haamstede wordt gehou
den, maken de talentjes uit wie uiteindelijk naar de
middagstage in het najaar mogen. Hier leren een aan
tal trainers uit het profvoetbal de finalisten de fijne
kneepjes van het vak.
Ook tijdens de voetbaldagen zelf kunnen de deel-
nemertjes een beetje aan het professionele voetbalmi
lieu ruiken. De afgelopen jaren waren naast Van Vossen
spelers als Jerzy Dudek, Bert Konterman, Edwin
Zoetbier en John van den Brom van de partij om de
talentjes te begeleiden. 'Ik kan gebruik maken van
mijn collega's', vertelt Van Vossen. Het voetbalwereld
je is klein en jongens waar ik mee speel, willen vaak
wel meewerken. Maar het liefst doe ik het alleen.
Omdat ik van mezelf weet dat ik er altijd zal zijn.'
Geen overbodige luxe
Van Vossen begon drie jaar geleden zijn voetbalkamp
om iets terug te doen voor het voetbal in Zeeland. De
geboren Zierikzeeënaar wilde de ervaring die hij als prof
op deed, overdragen op jonge Zeeuwse voetballertjes
en vindt het daarnaast 'hartstikke leuk om bezig te zijn
met de jeugd.' Al snel werd hem duidelijk dat zo'n ini
tiatief voor het jeugdvoetbal in de provincie geen over
bodige luxe is. 'Toen ik begon met de voetbaldagen, deed
ik dat puur uit idealisme en wist ik niet hoe slecht het
met het jeugdvoetbal in Zeeland was gesteld. Ik zie nu
dat het Zeeuwse voetbal op alle fronten te kort schiet.
Dat komt grotendeels omdat de jeugd zich tegenwoor
dig met heel veel meer zaken bezig houdt dan alleen
met voetbal. Daarbij komt dat de begeleiding van jonge
talenten behoorlijk te kort schiet. Samenwerken schijnt
ook niet te kunnen, want iedere vereniging hier is bang
dat een speler naar een andere club verkast.'
Moeizaam
Deze angst levert ook bij de voetbaldagen de nodige
problemen op. Lang niet alle clubs werken mee aan
het project van Van Vossen. Volgens hem omdat ook
hier de Zeeuwse verenigingen bang zijn hun grootste
talenten kwijt te raken, want het voetbalkamp trekt naast
talentjes scouts van betaalde clubs. Als we Van Vossen
mogen geloven, worden daarom niet altijd de beste spe
lertjes naar de voetbaldagen gestuurd. 'Ik wil alleen
maar helpen het Zeeuwse voetbal te verbeteren.'
Hiervoor zou volgens Van Vossen eigenlijk een
soort jeugdinstituut in de provincie moeten verrijzen,
maar de 33-jarige speler van De Graafschap ziet daarin
in ieder geval voorlopig nog geen taak voor zichzelf
weggelegd. 'Ik zou zoiets zelf nu nog niet willen doen,
omdat ik nog andere plannen heb. Misschien als ik wat
ouder ben. Zeeland is een heel moeilijk gebied om te
werken. Mensen kijken er eerst de kat uit de boom en
willen al gauw resultaat zien. Dat gaat gewoon niet bij
jeugdvoetballers. Dat heeft tijd nodig.'
Ondanks de moeizame samenwerking met de clubs
uit de omgeving en de onzekere toekomst van de voet
baldagen, staat het voor Van Vossen buiten kijf dat hij
blijft werken met de Zeeuwse jeugd. Want hij krijgt er
genoeg voor terug 'Ik haal mijn voldoening uit het
enthousiasme dat van de gezichten van de spelertjes,
afstraalt. Het is mooi om te zien dat ze progressie
boeken. Daar gaat het me om. Dat is het allerbelang
rijkste.'
20 Zeeuws Tijdschrift 2001/5