Arthur Oostereaan en Ted C. J. Sluijter, Nationaal
Park Oosterschele. Veldgids. Goes: De Koperen Tuin, 2001.
ISBN 9076815089, 80 p. 126 afb. 13 x 22 cm, 19,95.
Draadwier of visdraad, viltwier, blaaswier, knotswier,
gezaagde zee-eik, Japans bessenwier, hoorntjes wier,
Iers wier, kernwier, purperwier en knoopwier; ooit
geweten dat de Oosterschelde zoveel wieren herberg
de? De veldgids van Oosterbaan en Sluijter noemt en
toont soorten, waar de meeste mensen nog nooit van
hebben gehoord. Sinds de Oosterschelde een Nationaal
Park in oprichting is - het officiële predikaat zal niet
lang meer op zich laten wachten - groeit de aandacht
voor de natuur in het gebied, uiteraard gestimuleerd
door de organisaties die het park moeten runnen en
beheren. De gids behandelt overzichtelijk de geschie
denis, excursiemogelijkheden, de soorten planten en
dieren in en om het water, waaronder de vele vogels,
het menselijk ingrijpen, deltawerken, visserij en recre
atie en eindigt met een stukje over de natuurbeleving.
Met deze veldgids in de hand komt de natuur in en
rond de Oosterschelde echt tot leven. Het is niet duur
voor een boekje met prachtige kleurenfoto's en nog
mooi gedrukt ook. Een aanrader.
H. Halbertsma (bezorgd door E. H. P. Cordfunke en
H. Sarfatij), Frieslands oudheid. Het rijk van de Friese
koningen, opkomst en ondergang. Utrecht: Uitgeverij
Matrijs, 2000. ISBN 90 5345 1676, 408 p. 130 afb.,
22 x 28 cm, gen. geb. met stofomsl., 79,90.
Om te onderzoeken welke soort steenbedekking veiligheid
combineert met optimale aangroei van planten en dieren
werd op de Oosterscheldekering een 'dijktuin' aangelegd.
Wat heeft Frieslands oudheid nu met Zeeland te maken?
Veel, moet het antwoord luiden, want de Friezen, tot ze
door de Franken werden teruggedrongen, woonden en
werkten in een gebied tussen het huidige Ost-Friesland
in Duitsland en het Zwin, op de grens van het huidige
Nederland en België. Ook na de nederlaag tegen de
Franken bleef de invloed van de Friezen, handelaren
als ze waren, volop aanwezig. Grote nederzettingen,
eigenlijk al de voorlopers van wat wij onder steden
verstaan, waren in onze contreien Dorestad (bij het
huidige Wijk bij Duurstede) en Walichrum, de neder
zetting voor de kust van Domburg, die inmiddels
onder het water is verdwenen, maar waarvan bij eb
nog wel sporen zijn te vinden. Uit de verschillende
vondsten die zijn gedaan op het strand van Domburg
kan worden afgeleid dat de nederzettingen onderdeel
vormden van een keten van handelsrelaties in West-
Europa in een periode voorafgaande aan de aanvallen
van de Vikingen. Wat Halbertsma heeft gepoogd is die
hele geschiedenis van de vroege Friezen aan het
papier toe te vertrouwen. Zijn boek is in feite een
mooie uitgave van zijn gestencilde proefschrift uit de
jaren tachtig. Halbertsma, inmiddels overleden, was
niet meer in staat zijn werk zo te presenteren, dus
hebben twee vakgenoten van hem dat gedaan. Het is
een schitterend boek, dat in geen enkele boekenkast
mag ontbreken van mensen die in de vroege Middel
eeuwen zijn geïnteresseerd. Echter, er is een grote
'maar' verbonden aan dit boek: gegevens, verkregen
uit onderzoek tussen begin jaren tachtig en nu (onder
meer in Zeeland) moeten met een loep worden gezocht
en daarmee is het boek op enkele onderdelen verouderd
40 Zeeuws Tijdschrift 2001/5