JAN RAAS
(nog steeds) de BAAS
Het is misschien niet netjes, maar de verleiding is te groot. Een verhaal over dé Zeeuwse sporter van de eeuw
beginnen met een persoonlijke herinnering. Aan juli 1978, volop zomer en de Tour de France in volle gang.
Op de redactie van de Zeeuwse krant (waar ik op dat moment werk) heerst grote opwinding. 'Onze' Jan Raas
heeft zojuist zijn derde touretappe gewonnen. Reden genoeg voor een grote zegevierende foto op de voor
pagina met juichend bericht eronder, geen discussie mogelijk. Maar: welke kop komt er boven? 'Raas Baas'
wordt het. Toegegeven: niet echt origineel, maar wél raak. Aan duidelijkheid laat het niets te wensen over;
het zegt bijna alles. Ook nu nog, bijna een kwart eeuw later...
Peter van Houte
Augustus 2001. Het is weer zo'n mooie zomer, mensen
zoeken massaal verkoeling bij het Zeeuwse water. In
's-Heerenhoek zit hij tegenover me in zijn aangenaam
koele kantoor-aan-huis en glimlacht, met iets van iro
nie in de ogen. Hij is nog steeds baas, nu wat meer op
afstand, van de Rabowielerploeg. Hij is nog immer
baas over zichzelf, er gebeurt maar weinig wat hij niet
wil. Hij kan zich dus wel vinden in die krantenkop van
destijds ('is het al weer zó lang geleden?'). Jan Raas is
wel ouder geworden (een paar pondjes erbij, rimpels
in de nog altijd stoere kop), maar niet minder scherp.
Hij weet waarover hij praat, spreekt duidelijke taal,
met een aangenaam Bevelandse tongval.
3 Zeeuws Tijdschrift 2001/5