fr1
Óxju 1*3 U>ul 1
%Üs 'iiAzWli
■\K<-
Aanschouwelijk onderwijs. Tekening van koppelwerkwoorden
door Nick van Waterschoot.
(MN).' Met z'n tweeën pesten gaat beter en dat viel
ook anderen op. 'Ik hoop dat je gauw beter wordt,
want het is altijd zo: afwezigen één. Het is wel iets
saaier geworden in de klas (JU)' en 'Saai is 't ook niet
altijd, want Monique is er nog (IV).'
Tussen al dat rumoer door deden de hormonen
onverstoorbaar hun werk en kalverliefdes bloeiden op.
Iemand had geroepen 'Liefste' boven de brief te zetten,
maar op een na (GV, die het doorgekrast had), durfde
niemand het er boven te zetten. Zelfs het meisje die
het er misschien wel boven wilde zetten, deed het niet
maar ze verraadde zich toch ten halve door alleen
haar voornaam onder de brief te zetten. 'Marlou
Nijsen had een gezicht als een tomaat toen we haar
vroegen of die brief privé was. Ook gaan er nog praat
jes door de klas van je weet wel (Paul x(SM).' Dat
ze enigszins door Sjef gepest werd, komt uit haar
brief naar voren. 'Sjef stelde voor dat we liefste boven
de brief zouden zetten, dit vond ik toch te erg (MN).'
Ook de verpleegsters vormden een gewillig object van
speculatie. 'Doe je de groeten aan de zustertjes? (IF)'
Autobiografisch geheugen en de pubertijd
De zustertjes en de brieven verrichtten wonderen. Vijf
dagen nadat mijn klasgenoten op de brieven hadden
zitten zweten, maakte ik op 17 maart, nog niet geheel
hersteld, mijn rentree op school. Ik werd misschien
uit medelijden gekozen tot klassenvertegenwoordiger.
'We kiezen een klassenvertegenwoordiger als je weer
op school bent. Nu is Jos Hiel het zo lang (MN).' Veruit
de langste brief kreeg ik van Hiel die me een dag
daarvoor in het ziekenhuis had opgezocht. 'Toen ik
gisteren bij je kwam zag je nog erg witjes. Je vind het
wel saai om daar zo te liggen zeker (JH).In datzelfde
ziekenhuis, dat door een dochter van de zenuwarts
treffend 'dokterstent (HM)' werd genoemd, bleek ook
de leraar godsdienstgeschiedenis te liggen. 'Slager is
ook al 5 weken ziek. Hij heeft nierstenen, dat komt
zeker omdat hij zo geplaagd wordt (EP).' Dat plagen is
bij mijn weten rücksichtslos voortgezet toen ik terug
kwam.
Ook de klassenvertegenwoordiger deed daar driftig
aan mee. Het verblijf in het ziekenhuis had het begrip
voor de leraren niet vergroot maar het historisch besef
begon er wel door te sijpelen. Ik noteerde keurig achter
de namenlijst van mijn klasgenoten in mijn agenda
naar welk schooltype ze gingen. Acht van de dertien
naar de mavo. Tien gingen er naar het Atheneum en
de rest naar de havo. Niemand bleef zitten!
In zijn recente studie Waarom het leven sneller gaat
als je ouder wordt. Over het autobiografisch geheugen, stelt
de auteur Douwe Draaisma, dat als je ouder bent de
tijd sneller lijkt te gaan dan vanaf je puberteit tot je
vijfentwintigste, omdat je in die periode vele nieuwe
indrukken opdoet. Bijzondere fysieke omstandigheden
werken, zoals koorts, vertragend op de subjectieve
tijd. Mijn maagbloeding was dus in feite een bijna
catastrofale vertraging van de tijden. In dat dode tij
groeide mijn ongeduld tegen de klippen op. Ongeduld
is het enige probate levenselixer.
Op 16 mei noteerde ik dan ook niet voor niets uit
gelaten in mijn agenda: 'C'est fini avec mon regime!'
Mijn puberteit was onomkeerbaar losgebarsten en
waarom dat nog steeds met een korte 'ei' wordt
geschreven, is mij een volstrekt raadsel: het is echt
puhertijdl
Noten
Ik draag dit Familiaal op aan mijn klasgenoten van td: Jan
Boeykens, Peter de Booy, Paul Borm, Rita Broeckaert, Nicole de
Bruyn, Jacqueline Burm, lies van Campen. Bart Dominicus, Ilse
Fassaert, Jos Hiel, Frans Louwen, Mare de Lyon, Peter de Maat
("j"), Sjef Meuldijk, Hanna Muris. Monique Neelemans, Marlou
Nijsen, Tony Paauw, Aline Perdaen, Els Picavet, Frans Reunis,
Corry Rijk, Jeanne Uitdewïllegen, George Valkxc, Peter
Vereecken, Ingrid Vergauwen, Reggie Verstraeten, Ingrid van
Waterschoot, Nick van Waterschoot en uitaard de leraren, in het
bijzonder de lerares Nederlands J. Bijnsdorp en de leraar biolo
gie George Sponselee die onlangs welverdiend de Cultuurprijs
van de stad Hulst kreeg.
Achter de citaten in dit Familiaal staan de initialen van mijn
klasgenoten vermeld. Naast deze brieven vormden ook andere
documenten bronnen van aanvullende informatie over klas id,
zoals proefwerken, agenda's en het schoolreglement. Het archief
van de dorpsarts is evenals het grootste deel van het archief van
het St. Liduina ziekenhuis in Hulst als verloren te beschouwen.
40 Zeeuws Tijdschrift 2001/6