eindigde met het algemeen kiesrecht. Die veranderingen werden gestimuleerd door de liberale wind, die door ons land waaide. Ook op Schouwen-Duiveland woei een stevige liberale bries, die ervoor zorgde dat het overgrote deel van de bestuurders liberalen waren. Ze werden op afstand gevolg door de conservatieven. Eerst op het eind van de 19de eeuw traden de confessionelen naar voren, op de voet gevolgd door de socialisten. De steeds verder uitgroeiende taken van de gemeen ten en de uitbreiding van de bemoeienis van de overheid stelden nieuwe eisen aan de gemeentebesturen. De bur gemeesters en secretarissen kregen na de Eerste Wereld oorlog aan hun functie een dagtaak. Ook dat had gevol gen voor de huisvesting van de gemeenten. Maar de meest directe aanleiding voor ingrijpende veranderingen was de Drankwet van 1881. Die wet had tot doel om de handel in sterke drank te regelen en openbare dronken schap tegen te gaan. Het venijn zat in artikel 3. Dat be paalde dat een drankvergunning moest worden gewei gerd voor een lokaliteit, die werd gebruikt voor de open bare dienst of daarmee in verbinding stond. Aangezien nog talloze gemeentebesturen in de plaatselijke herberg bijeenkwamen, moest er naarstig worden gezocht naar een oplossing. Daarmee werd in een aantal gevallen lang getalmd. Zowel de gemeentebestuurders als de herber gier voelden weinig voor deze Haagse nieuwlichterij. De oplossingen waren creatief. In Haamstede werd de deur naar het gedeelte waar herberg werd gehouden, dichtgemetseld en een extra voordeur aangebracht naast de bestaande. Maar de meest gekozen oplossing was toch, op langere of kortere termijn, een eigen gemeen tehuisje. Ze waren eenvoudig van inrichting. Vaak was er niet meer dan een kamer, die dienst deed als werk vertrek van de burgemeester en de secretaris. Samen zaten ze aan een grote tafel, die 's avonds dienst kon doen voor de vergaderingen van de raad. In hetzelfde vertrek werden ook de huwelijken voltrokken. Een verdere verbetering werd bereikt toen vanaf de jaren dertig de gemeenten moesten zorgen voor een brand vrije bewaarplaats voor hun archieven. Ook dat stimu leerde de bouw en verbouw van gemeentehuizen. Een aftreksom: van 18 naar i De voortdurende professionalisering van de overheid bracht met zich mee dat de oplossing werd gezocht in een gemeentelijke herindeling. Al in 1920 werd een voorstel uitgewerkt om het aantal gemeenten van achttien naar negen terug te brengen. Toch zou het tot de jaren vijftig duren voordat ingezien werd dat een herindeling onontkoombaar was. De gevolgen van de watersnoodramp van 1953 droegen daaraan belangrijk bij. Per 1 januari 1961 werden de achttien gemeenten op Schouwen-Duiveland heringedeeld tot zes. In wer kelijkheid van zestien naar vier, want de gemeenten Bruinisse en Zierikzee bleven nagenoeg buiten deze herindeling. De vier nieuwelingen, (groot) Brouwers haven, Duiveland, Middenschouwen en Westerschouwen, begonnen vol energie aan hun nieuwe taak. Zierikzee en Brouwershaven kozen voor de restauratie en ver bouw van hun oude stadhuizen, die later werden uit gebreid. Duiveland besloot het bestaande gemeente huis van Nieuwerkerk te verbouwen. Westerschouwen kocht een voormalig hotel aan en liet dat verbouwen. Middenschouwen koos voor nieuwbouw in Scharendijke. Ook Bruinisse koos voor nieuwbouw. Riep de herindeling van 1961 nog veel verzet op, bij die van 1997 was daarvan veel minder sprake. Zo werd duidelijk dat de vier in 1961 gevormde gemeen ten zich geen definitief bestaansrecht hadden verwor ven. Per 1 januari 1997 werden de zes gemeenten op Schouwen-Duiveland tot een samengevoegd. Net zoals bij elke andere nieuwe gemeente stond een nieuw gemeentehuis hoog op het verlanglijstje. Maar niet altijd herhaalt de historie zich. In tegenstelling tot voorheen veroorzaakten de locatie, de hoogte, de prijs en het gebruikte materiaal een stroom van protesten. Die maakten duidelijk dat er sprake is van een grote afstand tussen het gemeentebestuur en de inwoners. Nu het gemeentehuis gereed is, staat een ander item boven aan datzelfde verlanglijstje. Het dichten van de kloof tussen bestuurders en inwoners. De eeuwen door bleef het uitgangspunt hetzelfde: het plaatselijk bestuur moet het goede zoeken voor de gemeente en de gemeenschap. Dat is nog steeds een uitdaging, die anno nu een bestuur vraagt, dat een luiste rend oor heeft voor zijn inwoners. Er is geen mooiere uitdaging dan om van tegenstellingen een gemeen schappelijke uitgangspunt te maken. Wie die uitdaging niet serieus durft aan te gaan, zou erop bedacht moeten zijn dat de bovengenoemde aftreksom op nul uitkomt. Literatuur H. Uil en G.C. Groenleer, De gemeente van huis uit. Een histori sche tocht langs de gemeentehuizen van Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland, Zierikzee 1989. Huib Uil, De wapens neergelegd. Acht eeuwen besturen op Schouwen-Duiveland, Goes 1996. ïo Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 12