Zelfinburgerende structuur
Het nieuwe gemeentehuis is ook in technisch opzicht
een vernieuwend gebouw. Er is veel gebruik gemaakt
van daglicht en er is op een knappe manier omgegaan
met techniek, aldus Van Bebber.
Geen verlaagde plafonds (die je nog steeds in de
meeste kantoren tegenkomt), kunstlicht alleen daar
waar je het nodig hebt en dan afgestemd op het dag
licht, centraal aangestuurde verwarming (in de beton
nen vloeren) met de mogelijkheid om individueel per
werkruimte bij te verwarmen of te koelen. 'Over al die
dingen is goed nagedacht en er is rekening gehouden
met het feit dat er mensen moeten werken en mensen
zijn nu eenmaal verschillend', constateert de Zeeuwse
architect. Ronduit lovend is hij over het interieur. Met
name de keuze voor het tapijt (de vloerbedekking) en
kleurstelling vindt hij heel goed. 'Het voegt echt iets
toe, het geeft het gebouw een meerwaarde', stelt Guus
van Bebber.
Het eindoordeel is onverdeeld positief. Het is een
geslaagd gebouw, in meerdere opzichten. Het past goed
in zijn omgeving, het is bijzonder qua vorm en gebruik
van materiaal, het is doelmatig en slim ingericht en
het is technisch vernieuwend en energiezuinig. Guus
van Bebber vindt het bovendien vooral een pré dat het
nieuwe gemeentehuis géén pretentieus gebouw is ge
worden. 'Als je dit soort vormen en materiaal gebruikt,
is die verleiding groot, maar die heeft Rau goed weer
staan. Ik zie het voor de tweede keer en ik heb het
gevoel dat het er bij wijze van spreken al twintig jaar
staat. Het is een gebouw dat snel zal inburgeren. Het
hoort er bij, het is bijna eigen. Hoewel het totaal
nieuw is, past het uitstekend in zijn omgeving. Ook
over tien jaar zal dit gebouw nog steeds eigen en niet
gedateerd zijn. Een nieuw monument voor de 21-ste
eeuw? Ik kan me daar wel iets bij voorstellen.'
Zijn tapijt werd niet door iedereen gezien als 'kunst
Het had heel wat voeten in de aarde voordat zijn
ontwerp werd gekozen als 'kunstwerk' in het nieu
we gemeentehuis. De beslissing werd maanden
uitgesteld. Uiteindelijk werd het advies van de
raadscommissie volkomen genegeerd. Gelukkig
maar, want de definitieve keuze is een voltreffer.
Het kunstzinnig tapijt is een aanwinst voor het
nieuwe gebouw. Een echte blikvanger.
vroeger heette dat immers ook stadhuis - het huis van
de gemeente of stad, het huis van de burgers, met ook
een formele functie. Het is weliswaar niet meer van
deze tijd om dat met macht te associëren, maar wél
nog steeds het gevoel: hier beslissen we met z'n allen wat
er met de stad of gemeente gaat gebeuren. En dat gevoel
mis ik hier. Het is veel meer een kantoor dan een
gemeentehuis. Dat zit hem waarschijnlijk ook in die
entree. Het maakt toch verschil of je gaat trouwen of
dat je tien postzegels gaat kopen...'
14 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2