Betrokken ruimte 'Ik vind het wel mooi als iets niet expliciet een voor werp is, maar dat het zorgt voor een bepaalde beleving in een ruimte', zegt de kunstenaar in Breda, waar hij al weer aan een volgende opdracht bezig is. In een oud gebouw van de voormalige Chassé-kazerne maakt hij momenteel een soort doolhof van piepschuim. Een heel andere stiel, maar ook mooi. 'Met al mijn werk probeer ik iets toe te voegen aan een ruimte (binnen of buiten) waarbij ik zelf géén ruimte in beslag neem. Mij gaat het om de ruimte zelf, dat die als kunstwerk ervaren wordt.' Meestal richt Kronenburg zich op de fysieke grenzen van een ruimte, dus op vloeren, muren en plafonds. Door deze als dragers van zijn werk te gebruiken wil hij de aanwezige ruimte benadrukken en de zintuiglijke beleving ervan centraal stellen. 'Ik probeer de alledaag se omgeving bijzonder te maken, waardoor mensen misschien ook wat attenter worden op bepaalde dingen en details.' In Gouda realiseerde hij vorige maand een bijzon dere vangrail. Het is een soort achtbaan aan de buiten kant van een rotonde. In Tilburg heeft hij eerder een uitzonderlijk ruiterstandbeeld gemaakt. Geen ortho dox driedimensioneel beeld, maar eentje in het platte vlak, in liggend formaat verwerkt in het wegdek, als een alternatieve verkeersdrempel. Zijn ontwerpen moeten altijd een relatie met de omgeving hebben. Voor zijn ontwerp in het nieuwe gemeentehuis van Schouwen-Duiveland liet hij zich inspireren door de rijke geschiedenis van Zierikzee en het eiland. Hij kende de streek oppervlakkig, zoals zo velen, als toerist en bezoeker. Toen hij zich verder ging oriënteren stuitte hij op een beroemd historisch wandtapijt uit het Zeeuws Museum: een tafereel van een zeeslag ten tijde van het beleg door de Spanjaarden. Dat fascineerde hem en hij zag een mooie vergelijking: 'Dat tapijt is immers destijds ook in opdracht gemaakt voor de bestuurders. Ik vond het wel een mooi idee om zoiets dergelijks terug te brengen bij de bestuur ders van de huidige gemeente.' Het stond voor hem onmiddellijk vast dat hij niet iets losstaands bij, aan of in het gebouw wilde maken. 'Dit is een zó bijzonder gebouw voor Zeeland; het is eigenlijk al een kunstwerk op zich. Daar wilde ik alleen maar iets aan toevoegen. Hoe kan ik de kwaliteit ervan versterken? Daar ging het mij om. Ik wilde niet iets onderscheidends van mijzelf maken, maar het gebouw nog beter tot zijn recht laten komen, als kunstwerk.' 16 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 18