MBHPPf - -
Zitje in het Zweedse Rode Kruis. Foto: K. de Feïjter.
Gemeentearchief Schouwen-Duiveland.
Een ander hoogtepunt vond plaats op 28 april 1955,
toen de Zweedse koning Gustaaf Adolf VI samen met
koningin Juliana en prins Bernhard een bezoek aan
Zierikzee brachten. Onder grote belangstelling legde
de Zweedse vorst een steen, met daarop zijn handte
kening. Twee jaar later werd het ziekenhuis door prin
ses Beatrix geopend. Het telde inderdaad 80 bedden,
waaronder vier kinderboxen en twee couveuses. Eén
van deze Zweedse couveuses zou ik - zoals vermeld -
gedurende twee maanden van binnen bewonderen.
Aan het Rode Kruis Ziekenhuis waren lange tijd
twee specialisten verbonden, een internist, H. Ezendam,
en een chirurg annex vrouwenarts, de in het begin
van 1946 op Schouwen-Duiveland gearriveerde en in
Arnhem geboren J.H. Motmans. Deze had in Utrecht
gestudeerd en had zich in het Maastrichtse Ziekenhuis
St. Annadal gespecialiseerd tot vrouwenarts en chirurg.
In Noordgouwe volgde hij chirurg Aris op. Motmans
zou lange tijd een centrale rol spelen in de gezond
heidszorg op Schouwen-Duiveland, niet alleen als
medicus, maar ook als bestuurder en voorzitter van
het Algemeen Ziekenfonds Schouwen-Duiveland.
Iedereen op het eiland kende hem, de chirurg die lange
tijd een eenmans-praktijk had en als een van de nota
belen op het eiland ging wonen in Villa Ma ja in het
lommerrijke Schuddebeurs. Op Tweede Kerstdag in
1962 hielp hij mij ter wereld komen. Pas in 1965 zou
Motmans zich associëren met een andere chirurg, A. van
der Spek. Op 1 december 1973 beëindigde hij zijn
werkzaamheden als vrouwenarts. Op 23 mei 1976
overleed hij op 69-jarige leeftijd in zijn woning te
Schuddebeurs.
'Het Rode Ziekenhuis blijft'
Niets is echter eeuwig, ook niet de herinnering aan
'het zo sprekend medeleven van het gehele Zweedse
volk met het zo zwaar getroffen eiland'. In de jaren
zeventig werd het voortbestaan van het Zweedse Rode
Kruis Ziekenhuis voor het eerst bedreigd. Het advies
college Ziekenhuisvoorzieningen van het ministerie
van Volksgezondheid kwam tot de conclusie dat een
ziekenhuis ten minste 250 bedden moest hebben of
anders in 1990 moest worden gesloten. De oplossing
was een fusie met de Stichting Streekziekenhuis De
Bevelanden te Goes, die op 17 november 1981 zijn
beslag kreeg. Hierbij ontstond de Stichting Ooster-
scheldeziekenhuizen. De algemeen directeur van de
stichting, P.C. Bouman, verklaarde bij het dertigjarig
bestaan van het Rode Kruisziekenhuis in 1987 de toe
komst rooskleurig tegemoet te zien. 'Ik zeg zonder meer
en met nadruk dat het Zweedse Rode Kruisziekenhuis
in Zierikzee blijft', zo verklaarde hij althans op 14 mei
in de Zierikzeesche Nieuwsbode. 'Het ziekenhuis vormt
een belangrijke basisvoorziening voor de bevolking op
Schouwen-Duiveland waarvan wij zonder meer vinden
dat die moet blijven'. Basisvoorzieningen moesten zo
dicht mogelijk bij de bevolking liggen, terwijl ook de
aanzienlijke toeristenstroom in de zomers een eigen
ziekenhuis op Schouwen-Duiveland noodzakelijk
maakte. Tevens wilde Bouman rekening houden met
de aard van de plaatselijke bevolking. 'Men is vaak
sterk gebonden aan zijn omgeving. De mensen willen
liever niet van het eiland als zij naar het ziekenhuis
moeten. Daar willen we rekening mee houden'.7
De Stichting Oosterscheldeziekenhuizen voegde
de daad bij het woord. In de jaren negentig vonden in
het Rode Kruisziekenhuis ingrijpende renovatiewerk
zaamheden plaats. Miljoenen guldens werden geïn
vesteerd, waarbij een nieuwe operatieafdeling werd
27 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2