In haar Bestuurlijk Toekomstbeeld (1998) definieert
de gemeente Schouwen-Duiveland vijf uitgangspun
ten voor toekomstig beleid:
bevorderen van leefbare kernen;
versterken van de centrumfunctie van Zierikzee;
bevorderen van de duurzame sociaal-economische
structuur;
instandhouden en bevorderen van karakteristieke en
unieke omgevingskwaliteiten;
ten volle benutten van de 'ligging in de luwte' en
nieuwe kansen zoeken bij actueel rijks- en provinci
aal beleid.
De gemeente wilde weten of er voldoende draagvlak was
voor haar beleid op de middellange termijn. Om dat te
weten te komen wilde Scoop enerzijds zo goed moge
lijk in kaart brengen hoe Schouwen-Duiveland er met
zijn 17 kernen sociaal, economisch en ruimtelijk uitziet
en aan de andere kant met inwoners in discussie gaan
over de betekenis van die karakteristieken voor de toe
komst. De resultaten van het onderzoek en de discus
sies met bevolking, organisaties, bedrijfsleven en gemeen
te zijn neergelegd in een sociale structuurschets. De voor
lopige conclusie is dat het bestuurlijk toekomstbeeld
van de gemeente op een stevig draagvlak mag rekenen.
Scoop doet daarbij een aantal aanbevelingen om dat
bestuurlijk toekomstbeeld wat dichter bij de bevolking
te brengen. In de rest van het artikel behandel ik een aan
tal belangrijke elementen van die sociale structuurschets.
De sociale structuurschets
Een sociale structuurschets begint uiteraard met een
beschrijving van de bevolking. De gemeente telt ruim
34.000 inwoners. Schouwen-Duiveland is sterk ver
grijsd in vergelijking met andere weinig verstedelijkte
gemeenten in Nederland en ook in vergelijking met
gemeenten van ongeveer gelijke omvang.
De autonome bevolkingsontwikkeling op Schouwen-
Duiveland is in zijn algemeenheid te kenschetsen als
vergrijzen en ontgroenen. Ouderen maken een steeds
groter deel van de bevolking uit en er worden minder
kinderen geboren. Daarnaast is er sprake van wegtrek
kende jeugd als gevolg van het volgen van een opleiding
of het vinden van werk elders. Toch heeft de gemeente
een positief migratiesaldo: er vestigen zich meer men
sen dan er vertrekken.
De druk vanuit de Randstad wordt almaar groter.
De vraag naar woningen op Schouwen-Duiveland stijgt
en de prijzen van woningen schieten omhoog. Woning
marktsimulaties wijzen uit dat je erg veel moet bouwen
om aan de toenemende vraag voldoen. Je zou er de
bebouwde kommen de komende tien jaar voor moeten
verdrievoudigen. En dat zal een ernstige aantasting
van de historische dorps- en stadsgezichten betekenen.
Het stelt de gemeente voor moeilijke keuzes om dit
in goede banen te leiden. Bij de bevolking overheerst
de mening dat men zuinig moet zijn op de karakteris
tieken van het landschap, de dorpen- en de stadjes.
Het cultuurhistorisch karakter van Brouwershaven en
Zierikzee, het vissersplaatje Bruinisse, de ringdorpen
van Noordgouwe en het groene Dreischor, het worden
stuk voor stuk als parels in de Delta ervaren.
Bevolkingsontwikkeling en werkgelegenheid
In de achter ons liggende jaren heeft Schouwen-
Duiveland bewezen aantrekkelijk te zijn voor mensen
die aan het eind van hun arbeidzaam leven een mooie,
veilige, ruime en rustige plek zoeken om te wonen.
Maar de bevolkingsontwikkeling laat ook zien dat
Schouwen-Duiveland aantrekkelijk is voor jonge huis
houdens. De ontgroening is in de laatste tien jaar van
de vorige eeuw in Schouwen-Duiveland veel minder
sterk geweest dan in vergelijkbare plattelandsgemeen
ten en gemeenten van gelijke omvang in Nederland.
Wonen op het platteland is erg in trek. Vanwege
de algemeen toegenomen mobiliteit van burgers
groeit de betekenis van het platteland als woongebied.
In Schouwen-Duiveland is dit duidelijk merkbaar.
Ongeveer 12 procent van de huidige bevolking woont
er hooguit vijf jaar. Deze dynamiek in de bevolkings
ontwikkeling is goed te illustreren aan de hand van
een vergelijking van de bevolkingssamenstelling per
kern in 1994 en 2000. Negen van de zeventien ker
nen zijn van kleur 'verschoten', waarbij opvalt dat de
kleine kernen Serooskerlce en Sirjansland, de kernen
met de minste voorzieningen, sterk zijn verjongd.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht zijn
het niet zozeer de mensen die aan het eind van hun
werkzame leven de rust, de mooie natuur en de ruim
te opzoeken en op het platteland gaan 'Drentenieren'.
Uit bevolkingsonderzoek komt een heel ander beeld
naar voren. Het blijkt dat de meest recente nieuwko
mers vooral de groep 25-35 jarigen is. Het zijn dus
jonge mensen - vaak met kinderen - die neerstrijken
in de rustieke omgeving met Rotterdam als grote stad
binnen bereik. Zelfs als er in het dorp geen basis-
38 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2