ruim een eeuw terug in de tijd. Hij weet er wel iets van, maar op onze vraag of we het oorspronkelijke gasten boek mogen inzien, verwijst hij ons naar de gemeente. Tijdens de lunch overleggen we over het vervolg van de dag. We moeten in ieder geval nog het uitroep teken van Zierikzee bekijken. 'Hugo reisde met een klein gezelschap,' vertelt Everarts. 'Zijn zoon heeft de reis onder het pseudoniem Paul de la Miltière beschre ven. Hij brengt het oude verhaal van de Spaanse kapi tein Mondragon die Zierikzee veroverde en als over winningsteken zijn degen achterliet op het bolwerk bij de Noordhavenpoort.' 'Wanneer komt de nieuwe Leskimo de Zierikzee uit,' vraag ik plotseling. Everarts grijnst en begint over iets anders. Hij leg uit hoe hij aan de naam van zijn perio diek is gekomen. 'Een ideetje van mijn Franse vriend Lucien Suel'. We gaan op weg naar de oude haven en passeren de Paardenstraat, waar de Concertzaal voor altijd dicht is. Ook Hotel Mondragon verderop is gestopt. 'Hier is Hugo ook geweest,' zegt mijn gids. 'Op de Heerenclub. Die bestaat trouwens nog steeds. Hugo's naam prijkt in het introductieboek.' 'Is de club open?' vraag ik. Everarts taxeert mijn outfit en schudt zijn hoofd. 'Je maakt geen kans zo,' zegt hij. 'Maar stel je gerust, de tent is dicht. Ze zitten hier alleen 's avonds onder de hanenbalken.' We naderen het Bolwerk. 'Zie je het al?' vraagt Everarts. Ik staar, maar ontdek niks bijzonders. 'Daar die antenne links op dat huisje, dat is de Degen van Mondragon. Het uitroepteken!' Ik ontwaar nu inder daad een ijl streepje voor ingewijden. Als we bij het eerste schilderachtige bruggetje aan komen, zegt Everarts: 'Hij is ook nog in Brouwershaven geweest. In zijn dagboek is hij verrukt over de schone varkens die hij onderweg zag.' 'We kunnen ook nog naar het nieuwe stadhuis gaan,' oppert hij na een tijdje. Ik voel daar niet zo veel voor. 'We rijden er alleen even langs' zegt mijn gids. En dat doen we even later. Ik zie een modern aaneen geklonterd gebouw, bedekt met een soort schubben van titanium. Het oogt zeer ontoegankelijk en het is merkwaardig genoeg open. Noot Het citaat van Hugo over het uitzicht vanaf de 'Dikke toren' komt uit Carnets, albums, joumaux. Vertaling: Johan Hveraers. Verder gaat mijn dank uit naar mijn gids Everarts. Bunker (Haamstede ïgjj) Dikke muur en smalle gang scheef naar beneden het duin afgegleden daar ligt de bunker jaren lang. Binnen ruik je de weeë lucht van drollen lang geleden hier gedaan en al vergaan. Kut en lui staan op de wanden 't is niet anders, 't is een schande dat ze hier geschreven staan. Misschien is hier wel gevreeën door twee mensen, met zijn tweeën hebben ze het hier gedaan. Eerder waren er soldaten die hier zaten en maar zaten en maar staarden langs het strand. Urenlang dezelfde branding bang voor oorlog voor de landing van troepen van de overkant. Niks om handen dan wat hangen lange maanden van verlangen naar Anna thuis in moffenland. Karei Eykman Dit gedicht ovei Schouwen-Duiveland en die op pagi na 33 zijn afgedrukt, zijn afkomstig uit de bundel Zeeuws Dicht die verscheen ter gelegenheid van het derde lustrum van het enige Zeeuwse literaire tijd schrift Ballustrada (www.ballustrada.nl). Op de flap tekst staat te lezen: 'Zo'n kleine veertig dichters nemen u mee op een avontuurlijke tocht door Zeeland. Steden en dorpen, polders en kanalen, kre ken en vaarten, lig- en hangplekken zetten zij om in poëzie.' Zeeuws Dicht. Vlissingen: ADZ Vlissingen 2002. 80 pagina's. ISBN 9072838297. 7,95. 45 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 47