HET BRUTALE VERLEDEN
II
André van der Veeke
N
c
txD
öh 3
»- _o
Ji
<u -a
Cl»
s
Bij de herdenking van het stich
tingsjaar van de VOC vraag ik
me af wie ik moet feliciteren.
Het Nederlandse volk, de onder
nemersklasse van ons land of
vooral de historici, die immers
weer een aardige historische
kluif te pakken hebben. Niet in
aanmerking komt waarschijnlijk de bevolking van het geëxploiteerde Indië. Of is dat een te voor de hand lig
gende conclusie? En hoe verkopen we trouwens deze historische mijlpaal aan de jeugd? Mogen we het bru
tale verleden weer onbekommerd in de ogen zien?
De VOC was onze eerste multinational. Het was het
bestuur, de befaamde Heren Zeventien, om de winst te
doen. En bij alle pogingen om die veilig te stellen ging
het niet al te zachtzinnig te werk. Dat kan niet uitwis
sen, dat na de eerste handelsactiviteiten enkele honder
den jaren van intensief contact op alle niveaus van de
menselijke beschaving volgden tussen inwoners van de
Republiek en die van het verre eilandenrijk.
Al direkt na deze constatering vraag ik me af: is het
wel een kwestie van 'ondanks'? Hadden de contacten zo
intens kunnen zijn zonder de mogelijkheid van exploi
tatie. En is exploitatie niet altijd de drijfveer voor con
tacten tussen beschavingen. Trappen we niet in de val
van een morele geschiedbeschrijving als we onze thans
geldende normen opleggen aan het verleden. En extra
onzekerheid: is het wel zo dat we tegenwoordig vroom
22 Zeeuws Tijdschrift 2002/3