Indische Compagnie (GIC), beter bekend als de Oostendse Compagnie. In deze tentoonstelling worden de bezoekers meegenomen op een avon tuurlijke reis naar Oost-Indië zoals vele Oostendse zeelui die ervaren hebben in de achttiende eeuw. Mocha, Surate, de Ganges-delta en Kanton vormden de favoriete bestemmingen van de GIC. En tot 26 oktober is in het Zijdemuseum in Meliskerke een expositie ingericht over het belang van zijde voor de VOC Reisverslagen Het Zeeuws Archief belicht de avontuurlijke reizen van de VOC aan de hand van een dagboek van een scheepschirurgijn. Als je zijn medische aantekenin gen over ziektes als scheurbuik, rotkoorts, dysenterie en malaria leest, is een reis met een VOC-scheep ineens een stuk minder aantrekkelijk. De Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg heeft een expositie ingericht die een gedetailleerd beeld geeft van de verschillende facetten van een reis naar Azië in 1736. De gezusters Lammens kunnen daar ook over meepraten. De dames reisden per VOC-schip van Vlissingen naar Batavia in de achttiende eeuw en hielden op hun overtocht een dagboek bij. 'Sondagh, 1 april 1736. Door het schrikkelijk stommelen waren wij genoodsaakt int bed te moeten blijven, van waar wij een smaakelijk ontbijt sagen doen, door onse officieren, vrij wat hartelicker als een copje koffij of thee, bestont in een groote kom gort met bier, booter, wijn en oude kaas gemengt en sagen aent couleur en steenen daar pruijmen bij gekookt waren en was soo dun als soep, om niet flauw daar van te wesen quamen ettelijke gebraede haringen voor toe spijs, men kan eens denken hoe ons dat morgen ontbijtie voorkwam, de reuk vervulde genoegsaam sonder te proeven, tot onsen eenigen troost koossen wij alweer ons oud paasbroot, daar wij de geefster gestaedig bij indagtig waren, met al onse waerde vrinden, die wij hadden moeten verlaten...' (M.L. Baerend-van Haeften, Op reis met de VOC (Zutphen 1996). Raasdonders en officiersballen Een ontbijt zoals hierboven beschreven was geen uitzondering op een VOC schip. De keuken van toen zouden we nu zeker niet als 'fijn' omschrijven. Een beroemd marineopschrift spreekt wat dat betreft boekdelen: 'Het is hier verboden met de gehaktbal len in de tafel te krassen'. Raasdonders (kapucij ners met spek), rotmok (hachee met rijst), snert (erwtensoep) en oranjerats (hutspot) zijn zomaar wat benamingen van het eten aan boord. Dat was alüjd onderwerp van gesprek en van grote zorg. Er werden verschillende manieren geprobeerd om voedsel te conserveren en om ziektes als scheur buik te voorkomen. In loden kisten werden kaas en ansjovis geconserveerd. De bemanning probeerde zijn rantsoen kaas voor verrotting te behoeden door de kazen met teer in te smeren. Aan boord werd levende have meegenomen: varkens, schapen en kippen. In de beginjaren van de VOC mocht de bemanning op reis naar Indië kleine tuintjes aan boord houden, waar ze verse kruiden en groenten kon telen. De wortels van sommige planten groeiden door de wanden van het schip heen. De tuintjes werden niet voor niets verboden. Op de routes van de VOC-wandel- en fietstochten is er volop gelegen heid te proeven van gerechten uit die vervlogen tijd. Voor meer informatie zie: http://www.vwzeeland.0rg/VOC400 27 Zeeuws Tijdschrift 2002/3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 29