f.
w
p PI
<3
'i
zee, dit water, is Aeneas aangekomen en de Grieks-
Trojaanse oorlog is vooral een oorlog uitgevochten op
de zee.
Een interessant verschijnsel deed zich in de maand
juli voor bij de herneming van Ship of Troy op de NDSM
Werf in Amsterdam. Hetzelfde decor, dezelfde cast,
dezelfde muziek en muzikale begeleiding - maar door
deze nieuwe plek toch een geheel andere voorstelling.
Rondom waren de hijskranen verlicht, dezelfde kranen
die daar eertijds op die plek de zeeschepen bouwden.
Die entourage geeft een andere weerklank. Niet de
verlatenheid van de zee als bij Neeltje Jans, maar juist
scheepsbouw als symbool om te triomferen over de zee.
Opnieuw een prachtig voorbeeld van de betekenis van
de entourage, de locatie dus, voor de ervaring door de
toeschouwer van een voorstelling.
In zekere zin staat de schouwburg, de zaal tussen
vier muren en met het dak erboven, lijnrecht tegen
over het locatietheater. Wat theatermakers ook hebben
geprobeerd, en hoe vaak uitvoeringen zijn gespeeld
met de kale wanden van het toneelhuis als decor, uit
eindelijk is een schouwburg toch een stil medium. Het
toneelbeeld, de verlichting, kostumering zorgen voor
de visuele sensatie. De toeschouwer wordt niet geacht
interpretatieve lijnen te leggen tussen gebouw en voor
stelling. Bij locatietheater is die wisselwerking juist het
belangrijkste gegeven. Zelfs een toevallig overvliegen
de meeuw kan dramatisch onderdeel worden van de
uitvoering, net zoals de zonsondergang dat doet, gedruis
van golven, een zandstorm, regen, wind.
De vuurtoren in een tunnel?
Elke acteur die betrokken is bij locatietheater zal altijd
spreken over 'het gevecht tegen de elementen'. De acteur
die buiten optreedt, verlaat de veilige beslotenheid van
de vier muren van de repetitielokaal of schouwburg en
moet met zijn stem en dictie optorenen tegen wind,
regen, de akoestische leegte. Het is ook de wisselvallig
heid van de elementen die een locatievoorstelling op een
bepaalde manier 'spannend' maken. Een ander aspect
van het 'geheim' van voorstellingen op locatie is de ken
nismaking met het nieuwe, het onbekende. Theater
makers en ook theaterbezoekers zijn van nature, denk
ik, nieuwsgierig. Theater is van alle kunstvormen de
vorm die het snelst reageert op maatschappelijke en
artistieke vernieuwingen. Daarbij behoort vooral het
begrip 'exploratie': de makers gaan op zoek naar nieuwe
plekken en andere situaties om hun theatrale dromen
te verwezenlijken. Dit theater heeft ook te maken met
het wonder van de transformatie. Wanneer acteur Bert
André met Eerste liefde van Samuel Beckett optreedt in
en weelderige tuin van het Slot Nisse, dan weet hij door
de kracht van zijn woorden het groene gras, de struiken
en bomen om te toveren tot een kerkhof wanneer de
tekst dit aangeeft.
Nu duikt het ZNF onder in de pas aangelegde
buizen van de Westerscheldetunnel met de opera The
Lighthouse van Peter Maxwell Davies. Afgezien van de
unieke ervaring enkele tientallen meters onder de zee
spiegel een opera bij te wonen, creëert deze locatie ook
een historische herinnering. De belangrijkste inwijding
van die tunnel is dan niet de eerste auto, maar de eer
ste opera ooit opgevoerd in een tunnelbuis. Bovendien
sluit deze locatie schitterend aan bij het onderwerp
van The Lighthouse. De componist grijpt terug op een
gebeurtenis in 1900 die zich afspeelde voor de
Engelse kust. Op Tweede Kerstdag verdwenen twee
vuurtorenwachters op mysterieuze wijze. Ze zijn nooit
teruggekeerd, geen spoor van hen gevonden. Ze zijn,
misschien, verzwolgen door de zee. De toeschouwers
onder de zeespiegel kunnen zich dit lot op die locatie
beter dan waar ook voorstellen! O
5 Zeeuws Ti|dschrift 2002/4