Pelican Bay kent twee verhaallijnen die gaande
weg convergeren. Het ene verhaal speelt zich in de
achttiende eeuw af op een eiland in de Caraïben en
vertelt het verhaal van de Zeeuw Jacob van de
Wetering [Jacob Rivers] die in Zeeland niet wilde
deugen en zijn heil overzee moest zoeken. Eerst
gaat hij naar de factorij Elmina op de Goudkust in
Afrika. Na de dood van zijn Afrikaanse vrouw
wordt hij kaperskapitein in de Caraïben waar hij
veel geld mee verdient. Hij trekt zich samen met
zijn slaaf Plato met wie hij op gespannen voet leeft
terug op een eiland. Hij is ongelukkig tot hij de
toneelspeelster Fanny Rivers tegen het lijf loopt.
Hij koopt een plantage en ze trouwen. Fanny heeft
zonder dat Jacob het weet een verhouding met
Plato. Ze raakt in verwachting en wordt vermoord
net voordat ze moet bevallen...
Wie heeft het gedaan Plato of Jacob? Dat is het
raadsel dat Ada (in feite de schrijfster van het
boek), een verre afstammelinge van Jacob, wil
oplossen. Dat is niet het enige dat haar naar de
Caraïben drijft. Ze gaat er op zoek naar haar eigen
identiteit en naar haar gekleurde stiefbroer die
door haar ouders is geadopteerd. Die ging al op
jonge leeftijd terug naar de Caraïben zonder ooit
nog iets van zich te laten horen. Ada wordt verliefd
op het hoofd van douane, vindt haar broer en raakt
net als Fanny in verwachting...
Nelleke Noordervliet, Pelican Bay. Amsterdam:
Uitgeverij Augustus. 2002. isbn 9045700816, 24,95.
'Het is een vredig en grazig eiland in de Zeeuwse
Archipel', voegde ik er precies en zogenaamd beledigd aan
toe. Godvrezende lieden, harde werkers, eerlijke kooplui,
hoewel het woord eerlijk hier vooral betekent dat ze zich er
niet voor schamen een ander het vel over de oren te halen.
(48)
Het liefst wil Jacob zodra de kans zich voordoet terug
naar Zeeland (boterbloemen in groen gras, vette klei, heldere
zon, koele regen, glanzend hout en koper), ware het niet
dat zijn eergevoel hem tegenhoudt. Hij wil niet als misluk
keling terugkeren naar Zeeland. Met goud behangen wenst
hij de Westerschelde op te zeilen. (62)
Zwijgen opgelegd door de weidsheid van het land en de
Westerschelde. (93)
Ik ben als Nederlander natuurlijk in Zeeland geweest.
Wie is niet in Zeeland geweest?
Ik heb er nooit gewoond maar ik heb welk kortere
tijd doorgebracht in Westkapelle, Zierikzee, Middelburg
en Veere en ik heb er veel lezingen gehouden. Zo
maak je je een voorstelling van Zeeland. Voor Jacob
moest ik die natuurlijk terugplanten naar hoe het er
in de achttiende eeuw uit had kunnen zien. Dat baseer
ik op kennis die ik in de loop van de jaren over het
landschap in Nederland heb opgedaan. Je probeert er
achter te komen wat er groeide. In sociaal opzicht
denk ik dat er niet zoveel veranderd is. Er heerst nog
steeds een eilandenmentaliteit die eigen is aan alle
eilanden, zelfs als ze al een tijd aan het vasteland ver
bonden zijn. Ook in een stad als Amsterdam zie je dat
in stadswijken die slechts door bruggen met de rest
van de stad verbonden zijn een eilandenmentaliteit
heerst.
Dat onooglijke handvol eilanden ver weg, de vergeten
uitwerpselen van een continent. (57)
dat hij oorspronkelijk uit Walcheren komt, hoe de
velden koolzaad daar eruitzien, hoe het licht is en de wol
ken, en hoe ver achter de horizon zijn eiland ligt. (129)
Het eiland waar het verhaal zich afspeelt is een com
posieteiland. Ik ben op Barbados [Nieuw-Walcheren],
St. Vincent, de Grenadines en de British Virgin
Islands geweest. In die laatstgenoemde archipel, op
Tortola, heb ik een vervallen suikerplantage aange
troffen bij een baai. Die baai, de Cane Garden Bay
heb ik geleend voor Pelican Bay. Van St. Vincent heb
ik de vegetatie en het vulkaanstrandje overgenomen.
Ik wilde juist een eiland maken dat niet echt bestaat,
het eiland van Nelleke Noordervliet, want voordat je
het weet zet je een literaire toeristenstroom op gang.
Het was wel een hele rare gewaarwording toen ik
vorig jaar voor het archief in Bridgetown op Barbados
stond, en ik naar binnen wilde gaan om te kijken of
ze iets over Jacob Rivers hadden. Hij was een histo
risch feit voor me geworden. Toen stond ik daar en
dacht: ik heb hem zelf verzonnen. Het zou bizar zijn
geweest als ik echt iets over een zekere Jacob Rivers
had gevonden. We weten immers niet hoe het met
Jacob afloopt. Max Pam wil dat ik de Avonturen van
8 Zeeuws Tijdschrift 2002/5-6