De nieuwe Zeeuwse identiteit Onder de kop 'Zeeland gaat ten onder aan megaloma nie' betoogt Eric Loontjens in NRC van i oktober dat Zeeland moet afzien van de geplande Westerschelde containerterminal (WCT) bij Vlissingen. Een reporter van Elsevier heeft dat gelezen en laat hem zijn stand punt nog eens herhalen in dat blad op 12 oktober nu onder de kop 'Randstadje spelen'. Loontjens schetst een schrikbeeld van kra nen van 118 meter hoog die het Zeeuws landschap zullen gaan domineren. Hij zet vraagtekens en meer dan dat achter het tweesporen beleid van het provinciebestuur. De achterliggende gedachte van dit beleid is dat industrialisatie en natuur elkaar niet hoeven te bijten. Ondanks felle kritiek van gerenom meerde partijgenoten als A. Heertje en A. van der Zwan liet Daan Bruinooge, gedeputeerde van Economische Zaken van Zeeland en voorzitter van het havenschap Zeeland Seaports, zich niet van de wijs brengen. Bruinooge weet wat hij wil, immers de WCT is gebaseerd op gedegen onderzoek van Nederlandse en Vlaamse onderzoekers. De WCT is geen uiting van megalomanie maar van een opbloei end Zeeuws identiteitsbesef dat niet langer het rand- staddenken als alfa en omega van alles neemt. De reclamecampagne van Delta in de dagbladen over zakendoen op z'n Zeeuws is daar ook een voorbeeld van. Tien jaar geleden zou dit het onderwerp van bij tende spot zijn geweest. De nieuwe Zeeuwse identiteit is gekoppeld aan lokale behoeften en in toenemende mate wordt er vanuit de context van Zeelandstad gere deneerd. Dit concept heeft met name in de kolommen van dit tijdschrift vorm gekregen. Het is geen stad als de randstad maar bestaat uit kleinere centra doorsneden door groene ruimtes, fraaie waterpartijen en filevrije 2 Zeeuws Tijdschrift 2002/5-6 wegen, waar de mensen over een redelijk grote en betaalbare woonruimte beschikken (niet de WCT maar sommige gemeentebesturen vormen een bedreiging voor de Zeeuwse ruimte met hun zucht naar zichtlocaties). Wie zou daar niet willen werken en wonen? Als redenen werden tot voor kort aangevoerd dat het aan culturele voorzieningen en hooggekwalificeerde banen zou ontbreken. Het eerste argument houdt geen steek meer als we denken aan Nieuwe Muziek het Zeeland Nazomerfestival met zijn uniek locatietheater; het Film by the Seafestival in Vlissingen, de grensverleggende tentoonstellin gen in De Vleeshal in Middelburg, de bioscopen in Vlissingen en Hulst en het Schelde-theater in Terneuzen. Die goede culturele infrastructuur is een preconditie voor de bloei van de universiteit die in 2004 de poorten opent (een startbudget van 4.5 miljoen is onlangs door OCW toegezegd). De stichting van die universiteit is van cruciale betekenis voor Zeeland en levert, net als de WCT, banen voor hoger opgeleiden op. Hiermee vervalt tevens het tweede argument. De opening van de Westerscheldetunnel in maart 2003 heeft niet alleen een symbolische betekenis voor de eenwording van Zeeland maar slaat ook definitief de pijlers weg onder het insulaire denken waarvan Loontjens een representant is. De opening betekent dat Vlaanderen en Zeeland echte buren worden. De Antwerpenaren zijn net als in de zestiende eeuw wel kom om wederom aan de bloei van Zeeland en nu ook Vlaanderen zelfbij te dragen. Die Vlaamse dimensie kan mede een einde maken aan een vicieuze cirkel waarin Zeeland al driehonderd jaar gevangen zit. Paul van der Velde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 4