Y.Né
Elc sinen dike
De dijk is portier van het droge en
groot. Molm en krachten zijn enkel
in naam niet langer in leven en als
men van stand is beeldt men zich in:
elk water leeft ver beneden mijn hout.
Hoe kolkt het om enkels en knieën, om
halzen, hoe knielt nu en snikt in het water
het land en ons huis, het is ploegen of dalen
De dijk is portier van het droge,
op leeftijd. En groot de slagaderlijke
bloeding uit zee. O niemand kan terug.
Men worstelt en handelt en redt of
gruwzaam zacht treedt onder water.
Hoe kolkt het om enkels en knieën, om
halzen, hoe knielt nu en snikt in het water
het land en ons huis, het is ploegen of dalen
De dijk is tot dweil van het hoge
gezonken. Tijd steekt hoofd en kaai
door, zet wegen die ons behoorden
woest onder. Het weer is van niemand.
Armslengtes staat water boven hout.
Hoe knielt nu en snikt in water