Y.Né Elc sinen dike De dijk is portier van het droge en groot. Molm en krachten zijn enkel in naam niet langer in leven en als men van stand is beeldt men zich in: elk water leeft ver beneden mijn hout. Hoe kolkt het om enkels en knieën, om halzen, hoe knielt nu en snikt in het water het land en ons huis, het is ploegen of dalen De dijk is portier van het droge, op leeftijd. En groot de slagaderlijke bloeding uit zee. O niemand kan terug. Men worstelt en handelt en redt of gruwzaam zacht treedt onder water. Hoe kolkt het om enkels en knieën, om halzen, hoe knielt nu en snikt in het water het land en ons huis, het is ploegen of dalen De dijk is tot dweil van het hoge gezonken. Tijd steekt hoofd en kaai door, zet wegen die ons behoorden woest onder. Het weer is van niemand. Armslengtes staat water boven hout. Hoe knielt nu en snikt in water

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 37