baar bronzen beeld. Ze bezoeken het Motel-Restaurant De Caisson langs de oude rijksweg tussen Goes en Kruiningen, dat gevestigd is in een zogenoemde Phoenix- caisson die gebruikt werd om gaten in de dijken te dichten. Bij Wolphaartsdijk signaleren ze Muralt- muurtjes, genoemd naar de ingenieur R.R.L. Muralt, die in het begin van de twintigste eeuw over een lengte van 120 kilometer de Zeeuwse dijken kroonden. In Stavenisse vallen de zogenoemde Noorse noodwonin gen op, houten huizen geschonken door het volk van Noorwegen. Aan het andere Scandinavische overblijf sel van de ramp dat toch moeilijk over het hoofd kan worden gezien, het Rode-Kruisziekenhuis in Zierikzee, gaan de auteurs stilzwijgend voorbij. Zo ook aan de ge meenschapshuizen die met noodhulp werden gebouwd, zoals bijvoorbeeld Apeldoorn' in Oostdijk. Wel veel aandacht voor de vloedmerken, die op vele plaatsen in Zeeland te vinden zijn (zie fotoreportage van Anda van Riet in dit nummer) en voor monumenten. De laatste aanwinst is het onlangs geplaatste beeld houwwerk van Gust Romijn vlak bij de kroon op het herdenken, het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk dat eveneens in een Phoenixcaisson is gevestigd. Dit tweede deel is het meest leesbare. Waarom Kuipers Maas hun tocht op Texel eindigen, blijft een raadsel. In plaats van die excursie had ik liever een afbeelding gezien van een van de talloze overblijfselen van de Ramp die beschreven worden. Storend vond ik de goedbedoel de verklaringen van bepaalde begrippen en dat ook nog in een afwijkend, schreefloos lettertype. Een verklaren de begrippenlijst achterin was een elegantere oplossing geweest. Trouwens, de vormgeving van het boekje laat veel te wensen over: willekeurige alinea-indelingen, hoerenjongen en witregels als sloten. Dit neemt niet weg dat Echo's van het water de lezer de ogen opent voor de overblijfselen van de Ramp. Food for thought is tot slot de opmerking van Kuipers op bladzijde 66: 'Zeeland was vanouds een verstedelijkt gebied, het imago van geïsoleerd 'boerenland' is uiterst recent.' [PVDV] Eeuwen omspannende geschiedenis In het na de Week van het Zeeuwse boek verschenen 50 jaar geleden - 50 jaar verder. Februariramp 1953 plaatst PZC-redacteur Rinus Antonisse de ramp in het historische kader van de eeuwen omspannende geschiedenis van stormvloeden, landwinst en landver- lies, tot en met het kakelverse 'Deltaplan-plus'. Ook het door recente publicaties en onderzoek zo in zwang gekomen thema van de verdronken dorpen wordt door hem in zijn aantrekkelijk vormgegeven lees- en kijkboek (de omslag herinnert sterk aan het na de Ramp uitge brachte fotoboek De Rampverweven met de historie van oude vloeden, de Februariramp en de Deltawerken. Aan het andere uiterste eind van dit spectrum bevindt zich het boek van Kees Slager. Het laatste verdronken dorp: dat is volgens Kees Slager het na de Februariramp nimmer herbouwde Capelle op Schouwen-Duiveland. Letterlijk gesproken klopt dat niet: Capelle was al sinds eeuwen teruggevallen tot buurtschap, toen het in 1953 ten onder ging. De verschrikkingen waarvan oud-bewoners in Slagers Hier was eens Capelle verhalen zijn er niet minder om. Van de ruim honderd inwoners kwamen er 42 om. 'Onder wie het nooit eerder gere gistreerde naamloze jongetje dat er in de rampnacht werd geboren.' Dit kleine drama temidden van de tientallen andere drama's die zich voltrokken binnen één vierkante kilometer in de Vierbannenpolder, werd in een krantenbericht in BN/De Stem na de presentatie van Slagers boek opgeklopt tot belangrijk nieuwsfeit: de lijst van slachtoffers was door deze 'ontdekking van Kees Slager' met één dode verhoogd tot 1836. En wat nu? Moeten we, nog afgezien van de betwis te betrouwbaarheidsgraad van de lijst van slachtoffers, juichen om deze 'ontdekking?' Hoera, één dode meer? Als we alleen op zo'n vulgaire manier de intensiteit van het ondergane leed en de trauma's vermogen uit te drukken, kunnen we maar beter alle herdenkingen afblazen en onze monumenten slopen. Hulpverlening in Scharendijke ten tijde van de Ramp. Foto uit 50 jaar geleden - jojaar verder. Februariramp 1953 18 Zeeuws Tijdschrift 2003/1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 52