Dat verhaal deed korte tijd zelfs de ronde, mede ver oorzaakt door een radioreportage van verslaggever Dick van Rijn, die inmiddels in de haven van Zierikzee was gearriveerd. 'Ze zagen ons als het ware verdrinken', zegt Verburg nu rustig en relativerend. In Wemeldinge kon hij via het telefoontoestel van dijkgraaf Dekker het thuisfront gerust stellen. 'Het heeft nog in de krant gestaan, een klein stukje, want zó belangrijk was het niet. Er was wel wat meer aan de hand in de provincie.' In de dagen en weken na de Ramp neemt het 'gewone' werk weer min of meer zijn loop, hoe gek dat ook moge klinken. Zeeland is echter voorgoed veranderd. Langzaam maar zeker dringt het besef door dat nu er zoveel is verwoest en verdwenen de provincie opnieuw en anders moet worden ingedeeld en opgebouwd. Schouwen-Duiveland is het eerste aan de beurt. Samen met de Provinciale Planologische Dienst, Rijks- en Provinciale waterstaat, de Stichting Zeeland, de horeca-organisaties en het landbouwschap maakt 'zijn' ETI een Ontwikkelingsstudie voor Schouwen-Duiveland. Ze brengen dagen op het getroffen eiland door, inventariseren en bestuderen de situatie en maken plannen voor de toekomst. De voor naamste punten uit die studie zijn het terugbrengen van het aantal gemeenten en landbouwhavens en het opheffen van de tram. De studie vormt de basis voor de wederopbouw van het moderne Schouwen- Duiveland dat onlangs zijn definitieve beslag heeft gekregen in de samenvoeging tot één gemeente (zie Zeeuws Tijdschrift 52 (2002) 1/2 Schouwen-Duiveland- nummer). Zo zijn er veel meer lijnen door te trekken van de situatie kort na de Ramp tot Zeeland anno 2003. Ze zijn een rode draad in het werk van Verburg en zijn ETI. Het werd hem ook mogelijk gemaakt door de politiek. 'We konden vrijelijk adviseren en onderzoeken, kregen de ruimte, we waren niet gebon den aan het provinciebestuur. Die onafhankelijke positie was heel belangrijk.' Zeeuws Tijdschrift als informatiebron Het Zeeuws Tijdschrift, dat onder andere op zijn initia tief tot stand was gekomen, is een middel om het doel - een nieuw, modern Zeeland - te bereiken. Het tijd schrift moest een soort bindmiddel worden tussen de Zeeuwen. Het moest een einde maken aan de ver splintering, verdeeldheid en het insulaire denken. 'We wilden een voorhoedefunctie vervullen. Zeeland moest volgens ons ontzuilen, maar om het verzuilde bestel nu direct aan te vallen, daar zagen we geen heil in. Dus kozen we een omweg. We probeerden de modernisering van Zeeland te stimuleren door te informeren en te opiniëren.' Dat er over de Ramp en de grote gevolgen die de watersnood voor Zeeland had, een speciale editie moet verschijnen, staat voor de hoofdredacteur al spoedig vast. De Watersnoodramp is een ingrijpende gebeurtenis in de geschiedenis van Zeeland, weet Verburg. Hij koestert een sterke interesse in geschie denis in het algemeen en in de Zeeuwse waterstaat geschiedenis in het bijzonder. De Ramp die zich zojuist heeft voltrokken past in een historisch rijtje: Sint Elizabethsvloed (1414), Sint Felixvloed, Allerheiligen vloed (1570). Verburg: 'Voor mij was dit opnieuw een kwade zaterdag zoals destijds bij de Sint Felixvloed. Ik heb direct de redactie bij elkaar geroepen en kreeg onmiddellijk volmacht een special samen te stellen. Ik vind nog steeds dat er leuke artikelen in staan. Het was mede bedoeld als een document voor later. We wilden vastleggen wat er was gebeurt en hoe het 5 Zeeuws Tijdschrift 2003/1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 7