Schets van het Rariteitenkabinet en een impressie van de Wandtapijtenzaal van het nieuwe Zeeuws Museum dat in 2004/2005 zijn deurerp
tAfciTe'Ttv
sv-T BT:
UOrtVfpWf
CPS- MAuu.fül
De kledingstukken bieden inzicht in het snijpunt tussen
de mode en collectieve gedragsnormen. Een broze pijp
aarden hoorn werd vijfhonderd jaar geleden gedragen
door een pelgrim die na weken reizen langs stoffige
paden zijn lippen aan de tuit zette om zijn blijdschap te
uiten over de aankomst in de bedevaartsplaats. De hoorn
biedt een verhaal van klanken die het historische verhaal
begeleiden. Een fraaie tapijtenreeks toont de brandende
zoutketen bij Zierikzee, de silhouetten van Antwerpen
en Vlissingen en een kleurige Spaanse galei in gevecht
met een Zeeuwse boeier. De tapijten brengen het ver
haal van de Opstand waarin machtspolitiek en religie
nauw met elkaar waren verweven. Tegelijkertijd vertellen
ze het verhaal van de Zeeuwse onafhankelijkheidszin.
De tapijten werden in opdracht van de Staten van Zeeland
gemaakt. Zij gebruikten die om gasten hun perspectief
op de vaderlandse geschiedenis te tonen: de Zeeuwen
versloegen de Spanjaarden en niet de Hollanders.
Elk object roept een wereld op en het is de taak van
het museum die wereld in een paar korte schetsen neer
te zetten. Waarover spreken beelden, welke vragen
kunnen we er bij stellen? Het zijn vragen die alleen in
het museum, met het aanschouwen van de objecten
zelf, ten volle kunnen worden beantwoord.
Collectie en publiek
De museumwereld wordt beheerst door een strijd tussen
bewaarders en de toonders. De bewaarders geven prio
riteit aan de collectie, die zij als uitgangspunt en bron
van alle museumactiviteit zien. De toonders leggen de
prioriteit bij het publiek dat voor hen de museumactivi
teiten legitimeert. In proportie hebben beide kampen
gelijk: de aandacht voor het bewaren van de collectie
behoort gelijke tred te houden met de aandacht voor haar
ontsluiting. De collectie is een grondstof, het publiek
een klankbord voor de museale visie. Het museum
kan echter alleen leven als het beide als bron, niet als
korset voor ideeën beschouwt. Een levend museum
staat en valt bij de kracht van het verhaal dat voorwerp,
context en publiek met elkaar verbindt.
Beeld- en kennisinstituut
Het museum vormt een visueel domein met eigen
taken waarvan de belangrijkste is inzichten te bieden
in een cultuur die buiten het museum niet bestaat.
Als kennisinstituut moet het museum vragen stellen
die uit de eigen collectie of expertise voortkomen, bij
voorbeeld naar de relatie tussen materiaal, plaats en
boodschap in specifieke werken of naar de verwant-
14 Zeeuws Tiidschrift 2003/4-5