In 2000 sloot het Zeeuws Museum zijn poorten. In januari 2002 trad Valentijn Byvanck aan als directeur van het Zeeuws Museum. Wist hij wat voor zware taak hem te wachten stond? Hoe is het na ander halfjaar gesteld met zijn uithoudingsvermogen? H ELCA LASSCH U IJT Er is veel te doen geweest rond het Zeeuws Museum de laatste jaren: een verouderd gebouw, een directeur die op een zijspoor werd gezet, een aftredend bestuur, personeel dat gedemotiveerd raakte, een onderzoeks rapport dat geen doorbraak kon forceren en een besluiteloos provinciebestuur. Anderhalf jaar geleden begon Valentijn Byvanck, voormalig medewerker com municatie en theorie van Kunstcentrum Witte de With in Rotterdam, aan de opdracht leiding te geven aan het Zeeuws Museum en deze stuurloze instelling weer nieuw leven in te blazen. Gezien de situatie wist Byvanck dat het geen gemakkelijke job zou worden. Zelf beschrijft hij het als een strijd op meerdere fronten. Op dit moment wordt het gebouw ingrijpend ver bouwd, krijgt het museum een nieuwe inrichting, moet de organisatie een oppepper krijgen en last but not least, dient er een nieuwe visie op de collectie ont wikkeld te worden. Daarnaast vinden de 'gewone' werkzaamheden van het museum doorgang: tentoon stellingen, symposia en educatieve projecten worden voorbereid en georganiseerd. Tevens worden de 30.000 objecten uit de collectie geïnventariseerd, gedigitaliseerd en gefotografeerd. Voordat Byvanck aantrad als directeur, was al bepaald wie de verbouwing van het abdijcomplex zou doen: Ben Westerburger van architectenbureau Rothuizen van Doorn 't Hooft uit Middelburg. Die verbouwing is eind 2002 begonnen en vooral gericht op klimaatbe heersing en bezoekersfaciliteiten, zoals een nieuw trappenhuis, lift en nieuwe publieksruimtes, waarin balie, garderobe, café en studieruimte worden onder gebracht. Aan de buitenkant is de verbouwing duidelijk zichtbaar: de nieuwe ingang van het museum moet aan het Abdijplein komen te liggen. Volgens Byvanck wordt het museum hierdoor toegankelijker en versterkt het de culturele uitstraling van het plein. Byvanck mocht zelf de architect van de tentoonstellingszalen bepalen. Zijn keuze viel op de Belgische architect Christian Kieckens, bekend van onder andere het Studenten centrum van de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg. De ontwerpen van de zalen zijn in ontwikkeling. Er is veel gekrakeel geweest over de vertraging die de verbouwing heeft opgelopen en de daarbij komende hogere kosten. Diverse vingers wijzen in de richting van de directeur. 'Onzin,' stelt Byvanck, 'het oorspronkelijke plan was niet realistisch en moest worden bijgesteld. Daar waren alle betrokken partijen het mee eens.' Het verhaal en de zaal De belangrijkste opdracht voor Byvanck is de inhoude lijk vernieuwing van het museum. Hij wil die tot stand brengen door herinterpretatie van de collecties en levendiger presentaties. Conceptueel gaat hij daarbij uit van het (kritisch) regionalisme. De term kreeg in eerste instantie bekendheid door een publicatie uit 1983 van architect Kenneth Frampton. Kritisch regio nalisme is een poging om 'streekeigen' aspecten te combineren met moderne techniek, of - in deze con text - een zoektocht naar iets dat zowel betekenis heeft binnen de lokale Zeeuwse cultuur als binnen de (inter)nationale hedendaagse samenleving. Hoewel het concept niet onomstreden is, biedt het interessan te aanknopingspunten voor een regionale instelling als het Zeeuws Museum. Byvanck kampt bij de herinterpretatie van de collec tie met een aantal handicaps: hij is geen Zeeuw, noch 16 Zeeuws Tijdschrift 2003/4-5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 18