Otto van Rees, Portret Adya (Portret mw. Van Rees-Dutilh en profil1909, gouache, part. coll. Foto Hans Westerink. lijk in zijn werk is terug te zien - en experimenteerde er met verschillende stijlen, van het divisionisme tot het fauvisme en kubisme. Picasso was een tijdlang zijn huisgenoot, Van Dongen werd zijn vriend. Collega's als Mondriaan, Le Fauconnier, Lodewijk Schelfhout en Jacoba van Heemskerck ontmoette Van Rees op de 'jours' van de Nederlandse kunstcriticus en schilder Conrad Kickert (1882-1965) - zij zouden allemaal, behalve merkwaardig genoeg Van Rees zelf, aan de Domburgse Tentoonstellingen (1911-1921) meedoen - maar het was vermoedelijk vooral de Duitse kunste naar Otto Freundlich (1878-1943) die Van Rees tot een nieuwe, vlakke stijl van schilderen inspireerde, zoals hij Adya tot het ontwerpen, of naar zijn ontwerp uitvoe ren van naar abstractie neigende borduurwerken bracht. Waarschijnlijk onder invloed van Émile Bernard, Gauguin en andere leden van de groep Pont-Aven kwam Van Rees bovendien tot een lineaire, meer sym bolistische werkwijze. Een prachtig vlak symbolistisch werk, ook al afkomstig uit de collectie van het Centraal Museum in Utrecht, is de olieverf Adam en Eva I (1910), evenals de gouache Portret van mevrouw Van Rees Dutilh en profil (1909), collectie F. Wiegersma, die een Vallotton- achtige uitstraling heeft, een van de aandachttrekkers op de tentoonstelling in het Singer Museum. Hun verblijf in Parijs wisselden de Van Reesen af met periodes in Fleury-en-Bière bij Barbizon, Anzio bij Rome en Nederland. Na 1911 ontwikkelde Van Rees zich steeds meer in een abstracte richting. Ascona In de zomer van 1912 maakten Otto en Adya met hun dochtertjes Aditya en Magda een voettocht langs het Lago Maggiore. Zij raakten er direct onder de bekoring van het schilderachtige vissersdorpje Ascona dat, even als Blaricum, sinds de voorafgaande eeuwwisseling een alternatieve leefgemeenschap herbergde. Vanaf dat moment reisden Otto en Adya met hun kinderen tussen Frankrijk, Nederland en Zwitserland heen en weer. In 1917 werd hun zoon Jean-Luc in Parijs geboren. 29 Zeeuws Tijdschrift 2003/4-5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 31