Een tocht langs drie eigenzinnige pioniers
- een gedreven ambtenaar in Vlissingen, een ambitieuze galeriehouder in Goes
en een experimenterende directeur van een kunstinstelling in Middelburg -
vormt de aanleiding voor deze bijdrage over de beeldende kunst in Zeeland.
Helga Lasschuijt
Leon Riekwell is coördinator van Buro Beeldende
Kunst in Vlissingen. Al meer dan twintig jaar strijdt
deze pionier voor een serieuze plek voor de heden
daagse beeldende kunst in Vlissingen. Geen makke
lijke taak. 'Vlissingen is een relatief arme stad met
44.000 inwoners. Het is geen stad die beeldende
kunst van oudsher hoog in het vaandel heeft staan.
Dat betekent dat je inventief moet zijn en strategisch
moet kunnen denken om hier iets te bereiken.'
Riekwell begon in 1980 met één zaaltje (Bellamy 19)
in het Gemeentelijk Museum in Vlissingen dat gewijd
mocht worden aan actuele kunst. Al snel stuitte hij op
twee problemen. Allereerst bleek het uitermate moei
lijk voor de actuele kunst om binnen het statische
stramien van het historische museum een plek te ver
overen. Een groter probleem was dat die ene zaal in
de zomermaanden 'terug' moest worden gegeven aan
het museum. De programmering kampte dus met
3 Zeeuws Tijdschrift 2003/4-5