naar veiligheid - en de angst voor onveiligheid - vanuit een ander dan een louter politiek perspectief te bezien. De projecten van Wolfson krijgen veel publiciteit in de vakbladen en landelijke kranten. Of men het nu eens is met de aanpak van Wolfson of niet, niemand kan ontkennen dat hij spannendere dingen doet dan de meeste andere museumdirecteuren in Nederland. Periferie en publiek Hoe is het om in een provincie als Zeeland in de moderne kunst te zitten? De periferie blijkt verschil lende voordelen te bieden. Volgens Wolfson schept een plek in de periferie betere mogelijkheden tot experimenteren: 'In Amsterdam wonen veel mensen die denken dat ze het beter weten. Je wordt daar bij elke stap op je vingers gekeken. Ik zit weliswaar in een isolement, maar dat geeft ook meer vrijheid. Ik hoef me niets aan te trekken van de mainstream. Ook lijkt de kunstscène in Amsterdam geregeerd door het flavour of the month principe. Daar heb ik hier helemaal geen last van.' Wolfson kan dus in rela tieve rust dingen ontwikkelen. Ook Tom van den Berge ervaart zijn Goes-verbondenheid als een per soonlijke uitdaging: 'Mensen als Wolfson, Riekwell en ik zijn gedwongen om continue kwalitatief goede dingen te brengen, omdat een groot deel van het publiek van ver komt'. Zowel Van den Berge als Wolfson noemen ook de korte communicatielijnen een groot voordeel. Wolfson: 'Je kunt hier echt dingen voor elkaar krijgen. Er is een kleine groep gemotiveerde mensen die Zeeland voor uit willen helpen. De lijn naar deze groep is kort en direct.' Of in de woorden van Van den Berge: 'Waar anders heb je als galeriehouder contact met de hoog ste provincieambtenaar?' 7 Zeeuws Tijdschrift 2003/4-5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2003 | | pagina 9