veel ah's en oh's bij publiek. Zeeland was nog relatief afge
legen en moest even wachten op het nieuwtje dat zoveel
invloed zou hebben. De allereerste filmvertoning in Europa
dateert van i november 1895 in Berlijn. Drie maanden later
komt de levende fotografie naar Amsterdam. In de Kalverstraat
kunnen bezoekers vanaf 12 maart 1896 gaan kijken naar
de eerste bewegende plaatjes. In deze beginjaren leidt de
bioscoop een trekkend bestaan. Kermisexploitantanten rei
zen met de kinematograaf door het land. In juli 1896 ont
staat de eerste reisbioscoop. De film komt zo met de ker
mis mee uiteindelijk in Zeeland. 'De bioscoop verschijnt
voor de eerste maal op de kermis. Behalve de vele instellin
gen die inderdaad waardig zijn bezocht te worden staat daar
op de Markt een tent, waarin men, zij het dan zeer bescheiden,
de kinematograaf of bioscoop kan bezichtigen. Verrassend
zijn de levende photografieën.' De Zeeuwen reageren
enthousiast op het nieuwe medium. Rangen bestonden
vanaf het begin. Er waren er drie waarvoor op de Markt
respectievelijk 40, 35 en 20 cent betaald moest worden.
Al vrij snel worden er films gedraaid in tijdelijk inge
richte bioscoopzaaltjes en cafés. De reisbioscoop is geen
lang leven beschoren en tussen 1910 en 1914 verdwijnen
de meeste en maken plaats voor echte theaters. Vlissingen
krijgt zijn eerste bioscoop in 1910. Eigenaar J.G. Smits
doopt hem Cosmopolitan en voor de eerste voorstelling
worden alle weeskinderen van Vlissingen uitgenodigd,
maar om onverklaarbare redenen komen ze niet opdagen.
Twee jaar later besluit de eigenaar de bioscoop moderner en
groter te maken met plaats voor 500 mensen. De naam ver
andert ook, in Alhambra. Bij de opening zijn plaatjes van
de koninklijke familie te zien en de muziek wordt verzorgd
door de vaste pianist van het theater die voor sfeer in de
zaal zorgde. Rond het begin van de Eerste Wereldoorlog
ontstond er overal een ware bioscooprage. Als paddestoelen
schoten de bioscopen uit de grond. Ieder zichzelf respecte
rend dorp droomde van een eigen filmzaal. Veel cafés en
toneeltheaters kregen zo een nieuwe bestemming, maar
de meeste moeten al snel hun deuren sluiten omdat de
exploitatie niet rond kwam.
De zingende dwaas
Na de Eerste Wereldoorlog krijgt de bioscoop vaste voet aan
de grond. De grotere steden krijgen een bioscoop en het
aanbod van films stijgt. In 1926 zijn er vier Zeeuwse biosco
pen aangesloten bij de Nederlandse Bioscoop Bond (NBB).
Dat zijn De Landbouw, aan de Grote Markt in Goes; Electro
aan de Middelburgse Markt; de Alhambra-bioscoop aan de
Koningsweg-Spuistraat en de Luxor-bioscoop in de Bellamy-