't kiekkot
zeeuws-wlaams filmhuis
Een van de initiatiefnemers van de Filmliga, Rob
Ruiter, was eenoog in het land der filmblinden. Hij
wist wel het een en ander af van films, maar zijn aan
kondigingen stonden bol van de fouten volgens de
cinefiel en filmmuziekverzamelaar Ron du Bois. Deze
schreef een brief aan de voorzitter van de Filmliga Henk
van Beest, een wegenbouwer die zich sterk voor de
cultuur in het Zeeuws-Vlaamse heeft ingezet. Daarin
gaf de geïrriteerde Du Bois een uitputtende opsom
ming van al die onjuistheden in de Ruiters aankondi
gingen. De brief vormde de aanleiding om Ron uit te
nodigen voor de volgende bestuursvergadering want
een goede kracht is nooit weg. Toen de nietsvermoe
dende Ruiter de film Taking Off (1971) van Milos Forman
afdeed als een vervelende stewardessenfilm, legde Du
Bois fijntjes uit dat het een comedy was over de zoek
tocht van conservatieve ouders naar hun hippe dochter
in het undergroundmilieu van San Francisco rond 1970.
Ruiter exit, Du Bois in. Deze vergadering speelde vlak
voor de aanvang van het seizoen 1973-74. Net voor de
start van het seizoen 1974-75 maakte Ruiter een come
back via de regionaal opererende stichting 't Kiekkot.
In het seizoen 1974-75 was er door het aanbod van
beide organisaties geen gebrek aan goede films in het
Zeeuws-Vlaamse. 't Kiekkot bracht om de twee weken
een film en draaide bijvoorbeeld Angst essen Seele auf
Alle Turken heten Ali (1973) van Rainer Wemer Fassbinder,
Goto l'ile d'amour (1968) van Walerian Borowczyk en
30 Zeeuws Tijdschrift 2003/6
Sho 0 seteyo machi e deyo (Weg met de boeken, de straat
op) (1971) van Shuji Terayama. Elke week was er dus
wel iets te genieten voor de filmliefhebber. Het nieu
we initiatief kostte de Filmliga leden en driftig werd
gezocht naar mogelijkheden het aantal toeschouwers
op te krikken. Volgens mij - ik was tijdens de 'struktuur-
vergadering' lid van het bestuur geworden - was de liga
te elitair en moest er nog meer bekendheid aan de
films gegeven worden. Niemand was het met dat
nobele streven oneens, ook Du Bois niet.
Hij had een vrijwel onfeilbaar gevoel voor wat een
goede film is. Hij informeerde zich op allerlei moge
lijke manieren via filmbladen als Skoop, Skrien en
Film en Televisie, spelde filmrecensies in de dagbladen
en volgde de filmrubrieken op de Belgische tv op de
voet, zoals die van de bekende Vlaamse filmkenner Jo
Röpcke. Ook ging hij veel filmfestivals af maar gaf toe
dat hij de meeste van de films die hij uitkoos niet
gezien had. Dat gold in mindere mate voor de korte
films die altijd in het voorprogramma van de Filmliga
te zien waren, zoals La Linea, een over rijdende bio
scopen in Afghanistan en Amerikaanse underground-
films uit de jaren vijftig. Een greep uit de hoofdfilms
die we in het seizoen 1974-1975 draaiden: Johnny Got
His Gun (1971) van Dalton Trumbo, Cries and Whispers
(1972) van Ingmar Bergman, Medea (1970) van Pier
Paolo Pasolini en niet te vergeten W.R. - Misterije
Organizma (1971) van Dusan Makvejev.