Prentbriefkaart van Toorops tekening Narcissus Poeticus uit
1919, met aan weerszijden van de non Sjeu en Kennie van
Schendel, particuliere collectie.
kwam en het dan blauw stond van de rook - tijdens
wandelingen in het duingebied Oranjezon of in het
Badpaviljoen bij een wijn- of muziekavondje met ken
nissen als de sopraan Aaltje Noordewier-Reddingius
en Johan Huizinga. Zijn lievelingsplek was een bank
je voor het Badpaviljoen aan zee, urenlang kon hij
daar zitten, in mijmering verzonken. Het was ook
daar dat tijdens een prachtige zonsondergang in
augustus 1914 het contact met de Hongaarse kunste
naarsfamilie Góth - door het oorlogsgeweld uit België
verdreven - werd gelegd. Voor de toen 14-jarige
Sarika, de dochter van Maurice en Ada Góth-Löwith,
zouden Annie en Arthur een tweede ouderpaar worden.
In 1919 reisde Van Schendel met Toorop en diens
vriendin Miek Janssen naar Lourdes, waar Toorop ver
lichting voor zijn kwalen zocht. Vanaf 1920 bracht de
familie in verband met Annies gezondheid een groot
deel van het jaar in Italië door, daarin gesteund door
het Arthur van Schendel-fonds dat in juli 1921 door
vrienden van de Van Schendels was opgericht. Rik
Roland Holst en Mies Elout waren bij het fonds
betrokken, mede daardoor leerden zij elkaar beter
kennen en raakten zij nauw bevriend. Na 1921
bezochten de Van Schendels Domburg zo nu en dan
als zij in Nederland waren; hun vrienden kwamen - net
als daarvoor - ook naar hen toe, hetzij in Nederland
hetzij in Italië of, in het begin van de jaren dertig,
Frankrijk.
'Lieve Arthur'
De bijzondere band die Mies Elout met Arthur van
Schendel onderhield, blijkt onder meer uit de verjaar-
dagsbrief die zij hem in 1917 stuurde:
Domburg 5 maart [1917].
Lieve Arthur. Vandaag je verjaardag. Ik heb zooeven
het telegram verzonden, en ga je nu nog eens over
gelukwenschen. Dat staat er, alsof ik je super-geluk
wenschte. Doe ik ook!
En dank voor je briefje. Ja - jou gelukwensch was
van 't jaar lief en menschelijk, en hartelijk. Niet zoo
griezelig uit een verre verte, als verleden jaar! Die van
Annie als altijd heel lief - de schat. Wat een vrouw
vrouw heb jij!
Ik hoop, Arthur - dat je een heerlijk jaar begint,
weer zooiets moois maken zult daarin. Wat prettig dat
je al weer bezig bent.
De Mensch van Nazareth is nog telkens, in stille
oogenblikken, een bron van moois voor mij.
Heel anders als de Berg - is dat qua kunstwerk
niet volmaakter? Ik weet het niet, wilde er wel graag
eens jou eigen oordeel over hooren. -
Kom je niet eens hier kijken, Arthur? Toorop heeft
je al zoo dikwijls gevraagd, is het niet? Bij hem kun je
heel rustig logeeren. Doe het eens. Hij is nu aan n° 7
bezig van de Kruisweg. Kom dan als die af is, over een
weekje of zoo?? Hij heeft er behoefte aan. Ik ook!
Het is buitengewoon fijn, dat die 2 hier zoolang
zijn. Ze komen eiken middag bij me thee drinken. -
Zoo innig gezellig als besluit van den dag. (Jou dag
begint dan zoowat, hè?)
Ik heb veel, en heel prettig gewerkt dezen winter.
O - de zeè - zeg, die is zoo ontzaglijk mooi
geweest met die vorst. Ik heb er heel in m'n eentje op
een paal gezeten, en die eenzaamheid meegemaakt.
Zoo ver als je 't zien kon, kwam ijs aandrijven, de
heele zee vol, en op 't strand de hooge witte brokken
opgestapeld, een muur van witte blokken, en glanzen
de witte gladheid verder op. - Maar 't mooiste was het
kermende geluid dat de zee maakte onder dien last,
begrijp je? als zij die golven neersmakte, zoo zwaar
van al dat ijs. - Ze kreunde, ik kon dien dag aan niets
29 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2