anders denken. Ik heb er krabbels zitten maken, en
later op m'n kamer een schilderij. Kom maar kijken.
Heel mooi.
Neen - ik ben nog niet naar Amst. geweest, en weet
ook niet of ik 't nog zal kunnen doen. Ik hoop van
wel, maar in ieder geval geen maand. Polli begint tee
kenen te geven van ontevredenheid als ik zoo veèl weg
ga, ik wil nog altijd ten eerste uit, met jou, en dan
beesten teekenen in Artis en ook Annies portret schil
deren. Bine heeft dat laatste al besproken - als 't mooi
wordt!!
Dag lieve schatten! Hoe is het met Annieke?
Veel liefs voor 't kleine grut. Dag! Mies.
Arthurs geboortedag was 5 maart 1874, die van Mies
4 maart 1875. In het voorjaar van 1917 werkte Van
Schendel waarschijnlijk vooral aan zijn verhalenbundel,
die nog in dat jaar uitkwam. In haar milde bewoordin
gen liet Mies Elout blijken De Berg van Droomen meer
te waarderen dan De Mensch van Nazareth. De sierlijke
en dromerige stijl van het eerste werk zal haar dan ook
meer hebben aangesproken dan de zware en aardsere
benadering van het tweede.
Toorop werkte tussen 1916 en 1919 aan zijn
Oosterbeekse Kruiswegstaties, in augustus 1916 bij
de Van Schendels in Ede, begin 1917 in Domburg en
in april van dat jaar in Oosterbeek. De Van Schendels
waren in het najaar van 1916 in Domburg geweest en,
zoals uit een brief van Toorop aan Mies Elout blijkt,
ook weer in de zomer van 1917.
In de winter van 1916 maakte Mies Elout een
schilderij dat uitzonderlijk is in haar oeuvre. Haar
Bevroren Zee doet aan Mondriaans zee- en duinschil
deringen denken, waarin mede onder invloed van de
theosofie naar een zuivere weergave van 'het univer-
seele' werd gezocht. Horizontale en verticale principes
vinden elkaar in een schijnbaar milde en vredige
maar bij nadere beschouwing doodse stilte, in wezen
een beteugeling van wat er onder de oppervlakte
schuilt.
Hoewel uitstapjes naar Den Haag of Amsterdam
een welkome afwisseling in het saaie winterseizoen
betekenden, hield Mies altijd rekening met de wensen
van haar man Paul Elout.
Zij had in 1912 een mooi portret van Annie van
Schendel getekend, onduidelijk is of zij ook het
genoemde schilderij van haar heeft gemaakt. Op de
Domburgse tentoonstelling van 1917 hing haar Portret
van mevrouw v. Schendel, het jaar van ontstaan wordt
niet genoemd. Vooral Toorop maar ook Mies heeft de
Van Schendels herhaaldelijk geportretteerd.
Afscheid
Een twaalftal brieven van Mies Elout aan de Van
Schendels, uit de periode 1914-1956, is bewaard geble
ven. In de loop der jaren getuigen zij steeds meer van
een innige vriendschap.
'Bij ons werkt de afstand andersom als bij de
meesten', schreef Mies op 3 juni 1925 aan Arthur,
'jij schrijft meèr dan toen je in Holland woonde, en
ik voel jullie eerder dichter bij mijn hart dan verder
af. Toen jullie weg ging van hier, dacht ik, dat 't einde
van de vriendschap komen zou. Maar ik rekende buiten
de zeer bizondere hoedanigheid van de onze. Ik weet
nu dat ze alleen maar sterker worden kan.' De Van
Schendels keerden in oktober 1945 naar Nederland
terug.
Hartverwarmend en toch schuchter was Mies'
brief aan Annie naar aanleiding van het overlijden van
Arthur op n september 1946. Haar laatste briefje
dateert van 23 januari 1956, vier maanden voor haar
dood. Zij werd samen met haar man verpleegd in de
kliniek van hun nichtje Meisa Steinmetz-Labberton in
Ellecom, aan wie zij - bedlegerig en geheel blind en
vrijwel geheel doof - de volgende woorden aan Annie
dicteerde: Wat betreft je bezoekje hier: hoe heer
lijk ik het anders vinden zou, is het het verstandigste
om hiervan af te zien. Want ik zou je willen zien en
met je praten en nu dat niet kan, zou het alleen maar
pijnlijk zijn. En van jouw kant is het toch ook prettiger
om je mij te herinneren zooals vroeger dan zooals
nu.
Zo bleef het element van de verbeelding, dat zozeer
een kenmerk van Arthur van Schendel was geweest
en zo'n rijke voedingsbodem aan de Domburgse kust
had gevonden, in hun vriendschap bewaard.
Met dank aan Corinna van Schendel en haar broers Willem en
Arthur, Henri en Louise Elout-Meij, Charles Vergeer en Annelies
Flinterman NLMD Den Haag.
Voornaamste bronnen: het Domburgsch Badnieuws, de correspon
dentie Toorop - Mies Elout-Drabbe in de Koninklijke Bibliotheek
in Den Haag, het Familiearchief Van Schendel in Amsterdam, het
Archief Van Schendel in het Nederlands Letterkundig Museum
en Documentatiecentrum in Den Haag en het Góth-archief van
de Gemeente Veere in het Zeeuws Archief in Middelburg.
30 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2