Ik weet het het is een theorie
Wim Hofman
OP EEN DAG liep ik bij Vlissingen
langs het strand.
Denk niet dat dit een verhaal wordt
ik loop daar wel meer.
Er is daar veel te zien
de zee legt van alles klaar
maar deze keer zag ik een dode vis.
Hij lag in het mulle zand
langs de vloedlijn
tussen trossen wier rommel stokjes
stukjes vrolijk gekleurd plastic.
Hij was zo groot als mijn been
i meter 10, een flinke vis dus.
Blinkend, zijn lichaam vakkundig
bezet met zilveren schubben
een opvallend melkwit oog
grote bek en met daarin
tussen de dikke lippen
een stuk van een stalen buis
dat als een roestig tuitje
een klein eindje uitstak.
Eigenaardig was dat
alsof hij voluit op een fluitje blies
maar geen verstand had van muziek.
Hij gaf geen geluid.
32 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2