Rinus Smit en het Henk van Buul-kwartet. Foto: Zeeuwsch Dagblad.
Opzitten en pootjes geven
Zo is een traditie geboren. Want het jaar erop was het
Zeeuwse Boekenfeest al iets waar men naar uitkeek.
Mes en Rijken schilderden veertig grote affiches die
betrekking hadden op het werk van een aantal beken
de auteurs. Huber, toen burgemeester van Goes,
opende de avond op 30 maart 1963 met het uitspre
ken van de overtuiging dat het boekenfeest geen ver
borgen verleider voor het boek was, maar een feest
om het feest. 'Bovendien,' propageerde hij, 'bezorgt
het boek ons het hele jaar door een feest'.
Die avond trad het Haags Studentencabaret op
met Rinus Ferdinandusse en Else Hoog. De aankondi
ging van het cabaret doet nu oubollig aan. Titels als
'Bij lach en ontij' en 'Met huid en Hagenaar', doen nu
onze tenen krommen. Maar toen was het programma
erg gedurfd. Ferdinandusse schrijft: Tedere Nederlander
die ons Lach en Ontij heeft overleefd (en hij die dat
graag gedaan had) kan het dus wagen: het is ook dit
keer geen programma in de trant van "kom 's als je
durft". Wie niet komt durft natuurlijk best. Wie erg
veel durf heeft hoeft niet te komen. En wie niet durft
en niet komt zal naar wij hopen rustig, met huid en
haar, kunnen slapen in zijn ongelijk. Wij zien niet op
een durfje.' En het programma heeft ook nog als motto:
Twee emmertjes adem halen. Maar in Vlissingen pre
senteerde het cabaret een nieuw programma: Opzitten
en pootjes geven. De zaal was uitverkocht en het
optreden een groot succes. Ferdinandusse - bekend
van het televisieprogramma Zo is het toevallig ook nog
eens een keer - persifleerde actuele gebeurtenissen en
stak de draak met gevestigde meningen. Hij bracht
'een pittige conférence', schreef de PZC. 'Men kreeg
zelfs de indruk dat Rinus Ferdinandusse ad rem
improviseerde toen hij als "gids" bezoekers rondleidde
in een kasteel van Jacoba van Beieren. Zelfs zijn
medespelers bleken niet meer in staat hun gezicht in
de plooi te houden.' Bikker herinnert het zich nog
goed: 'Die sketch heeft wel een kwartier geduurd. Ze
lagen krom van het lachen. Het was toen echt de top
van Nederland.'
Er was meer. Met het beantwoorden van lastige
vragen in de literaire prijsvraag konden de bezoekers
meedingen naar een prijs; Otto Sterman verzorgde
onder de titel 'Ik ben een neger' een voordracht; de
goochelaar Phoa Yang Tiong trad op en de Down
Town Jazzband speelde. Tijdens het bal, met gastheer
en balleider Theo Moens, was er naast muziek uit de
jaren twintig en dertig ook ruim aandacht voor 'het
allernieuwste: de twist, de madison en meer van de
moderne dansen'. Vanaf één uur werd er boven in het
restaurant van Britannia voor alle bezoekers een slaat
je en een glas wijn geserveerd. Bij vertrek kreeg ieder
een een pocketboek en de meeste affiches waren van
de muur gescheurd.
Het steeds fraai vormgegeven programmaboekje
was in 1965 niet alleen langwerpig, maar moest ook
overdwars gelezen worden. Peter Bikker was steeds
nauw bij die vormgeving betrokken. Hij wilde er iets
bijzonders van maken. In het programma van het
vierde Zeeuwse Boekenfeest (de teksten zonder kapi
taal) waren alle auteursnamen weggelaten uit de
advertenties in verband met de 'grote boekenprijs-
vraag'. Je kon er vijftig gulden mee winnen. Subtiel
stond eronder: 'Deelnemersformulieren zijn verkrijg
baar bij de boekhandel'. Een entreekaartje voor het
feest kostte inmiddels zes gulden. Op 15 mei 1965 ver
zorgde Marga Minco een causerie en trad Jaap van
Merwe op na de pauze. De muziek kwam van Music
Patrol onder leiding van Jean Benée. Als extraatje dit
keer een corsage voor de dames en voor alle bezoe
kers (inmiddels traditiegetrouw) een pocketboek.
41 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2