Signalementen
samenstelling Jan J.B. Kuipers met bijdragen van
André van der Veeke, Paul van der Velde en Francisca
van Vloten
Maritieme historie
Peper, Plancius en Porselein. De reis van het schip Swarte
Leeuw naar Atjeh en Bantam, 1601-1603; bezorgd door
Jan Parmentier, Karei Davids en Johan Everaert, Werken
uitgegeven door de kinschoten Vereeniging Cl. Zutphen:
Walburg Pers, 2003. isbn 9057302101, 24,95.
Adri P. van Vliet en Willem J.J. Geneste, Operatie
Noach. De hulpverlening door de Koninklijke Marine en
de Watersnoodramp van 1953. Den Haag: Instituut voor
Maritieme Historie, 2003. isbn 9071957365, 10.
Op 23 april 1601, ongeveer een jaar voor de oprichting
van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC),
vertrok de tot dan toe omvangrijkste expeditie van
Nederlanders naar de Indische archipel. De in totaal
dertien schepen vormden twee eskaders, genoemd
naar hun uiteindelijke bestemmingen. Deze Molukse
en de Atjehse vloten stonden onder leiding van de
admiraals Wolfert Harmensz en Jacob van Heemskerck.
De belangrijkste component van Peper, Plancius en
Porselein, het 101ste deel in de reeks Werken van de
Linschoten-Vereeniging, is het scheepsjournaal van de
Swarte Leeuw, het vice-admiraalschip van de Atjehse
vloot en de enige bodem die vanuit de Zeeuwse
Wielingen vertrok (de overige schepen begonnen de
reis vanuit het zeegat van Texel).
De titel, aldus inleider Jan Parmentier, verwijst naar
drie facetten die de expeditie van de Swarte Leeuw
kenmerkten. Het voornaamste doel van de Atjehse
vloot was de aankoop van peper en andere specerijen
in Sumatra. Het maritieme reisverslag van de zoek
tocht naar specerijen is opgesteld door de ervaren
stuurman Reyer Cornelisz. Cornelisz vervaardigde een
uitvoerige routebeschrijving, gebaseerd op de nauw
keurigste nautische waarnemingen van zijn tijd. Als
leerling van de wereldberoemde cartograaf Petrus
Plancius beschreef hij uitvoerig het gebruik van naviga-
tie-instrumenten tijdens de expeditie. 'Porselein' ver
wijst naar het opgenomen verslag van de kaping door
Jacob van Heemskercks schepen van de rijkbeladen
De baai van Antongil aan de noordoostkust van Madagaskar
en het eiland Santa Maria. Hier ravitailleerde de Swarte
Leeuw op haar heenreis (afbeelding uit het besproken boek).
Portugese kraak Santa Catharina, waardoor Amsterdam
voor het eerst massaal kennismaakte met Chinees
porselein.
Reyer Cornelisz voegde zo'n vijftien schetsen van
kustverkenningen van ravitailleringsplaatsen toe aan
zijn journaal, zoals van Madagaskar, Mauritius en
diverse havens in Insulinde. Door de rijke, 'interdis
ciplinaire' inhoud kan dit verslag worden beschouwd
als een maritieme gids, een klein vademecum voor
elke navigator in de Oost-Indiëvaart.
Het journaal van de Swarte Leeuw wordt voorafge
gaan door een uitvoerige inleiding, waarin allerlei
aspecten en contexten van het geschrift aan bod komen:
het begin van de vaart op Azië, de reis van de Atjehse
vloot van 1601 tot 1603, navigatiepraktijk, zeilaanwij-
zingen, de Planciusmethode, het 'gepeperde' conflict
tussen Portugezen en Nederlanders en meer. Boeiend
is ook de reconstructie van de lotgevallen van het jour-
53 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2