naai van Cornelisz, dat uiteindelijk terechtkwam in de
handschriftencollectie van de Gentse universiteit, in
plaats van een meer voor de hand liggende bewaar
plaats als het Nationaal Archief in Den Haag.
Peper, Plancius en Porselein wordt aangevuld met
onder meer fragmenten uit de in 1648 gepubliceerde
belevenissen van Willem van Westzanen, die een ander
schip uit de Atjehse vloot, het jacht Enkhuizen, leidde.
Tenslotte zijn er enkele verslagen waarin onder meer
de al genoemde kaping van de Santa Catharina, één
der kraken die de handel tussen Portugees Malakka en
Macao onderhielden, wordt beschreven. Het schip werd
genomen op 25 februari 1603 door de bodems Alkmaar
en Witte Leeuw. Eén van die verslagen is (een fragment
uit) het pamflet Corte ende sekere beschrijvinghe vant
veroveren der rycke ende gheweldige krake comende uytet
gheweste van China, waarin de volgende jongensboek
achtige passage: 'Daer geschiede een gheweldich
schieten teghens den anderen want die vande krake
weyrden hun mannelijck soo dat het ghevecht vanden
morghen tot aenden avont toe duerde dan ten lesten
hebben die vande krake den moedt laten sinken ende
hun met accoort in der Hollanderen handen ende macht
overghegeven'. Van de meer dan zevenhonderd opvaren
den van de Portugees sneuvelden er zeventig. Tot de
rijke buit behoorde '26. hondert duysent gulden aen
Chineese syde', maar ook 'eenen Conincklijcken stoel
met edel ghesteenten ende cleynodien ingeleyt dat het
een wonder is daer af te schryven'. Wat noteerde de mari
tieme auteur Ame Zuidhoek ietwat gechargeerd onlangs
in een correspondentie met Wouter Noordewier? 'Alle
rijkdom in Nederland danken we aan de vaderlandse en
a-sociale daden overzee. Dus ben ik vooral geïnteresseerd
in piraterij, want: handel, roof en oorlog zijn één.'
Operatie Noach is de zoveelste publicatie die verscheen
in dit herdenkingsjaar van de Februariramp 1953. Het
boek behandelt de verrichtingen van de Koninklijke
Marine als één van de vele hulpverleningsorganisaties
die in de dagen na de Ramp in Zuid-Holland, Zeeland,
Noord-Brabant en Noord-Holland op grote schaal
actief was. Marinemensen zwoegden mee om mensen
en vee in veiligheid te brengen, en om verder opdrin
gen van het water te voorkomen. Het boek werd op
18 september 2003 gepresenteerd in Bergen op Zoom
tijdens een bijeenkomst van oud-hulpverleners.
Namens het Instituut voor Maritieme Historie over
handigden de auteurs, Adri P. van Vliet en Willem
Mijnenveger Hr. Ms. Texelstroom in het rampgebied (afbeel
ding uit het besproken boek).
JJ. Geneste, het eerste exemplaar aan de Plaatsver
vangend Directeur Personeel KM, commandeur drs.
P.H. Scholten. Als blijk van waardering voor de inzet
van alle marinemensen van toen, zijn in Operatie Noach
hun prestaties in woord en vooral in beeld vastgelegd.
De hulpacties waarbij de vloot, het Korps Mariniers en
de Marineluchtvaartdienst waren betrokken worden
besproken, maar ook de afsluiting van de hulpverlening
door de marine en de gevolgen van de Ramp. Van
Vliet en Geneste beschrijven ook de inzet van andere
krijgsmachtdelen en de buitenlandse hulp. Het karak
ter van 'documentaire' blijkt niet alleen uit het opge
nomen fotomateriaal uit onder andere de collecties van
het Instituut voor Maritieme Historie (van de Kon.
Marine) en het Instituut voor Militaire Geschiedenis,
maar ook uit de korte ooggetuigenverslagen van ver
schillende marinemensen. Zo vertelt vlieger R.J. Idzerda
over een redding: 'Bij één geval bleek een man ontzet
tend zwaar te zijn, hetgeen ik kon zien aan de inlaat-
drukmeter van de motor, die aangaf hoeveel vermo
gen nodig was om de helikopter niet te laten zakken
onder de last. Bij het aan boord komen bleek hij een
paar geldbuidels vol zilveren rijksdaalders om zijn
middel te hebben en bovendien zaten alle zakken van
zijn jas ook nog vol. Nadat we hem hadden afgezet,
ontdekten wij dat hij in zijn zenuwachtigheid een deel
van het geld in de helikopter had achtergelaten. Wij
hebben het aan een politieagent afgegeven en ik hoop
maar dat hij zijn spaarcenten heeft teruggekregen.'
54 Zeeuws Tijdschrift 2004/1-2